Hoe kun je het onderwerp vinden?

• Kijk naar de werkwoorden.
• Vraag 'wie' of 'wat' heeft iets gedaan.
• Kijk naar de lidwoorden.
• Maak een vraagzin.

Zoek het onderwerp:
Ik speelde gisteren urenlang games op de computer.

• speelde
• ik
• games
• op de computer

zoek het onderwerp:

De veiligheidsdienst heeft het deze dagen heel druk.

• deze dagen
• de veiligheidsdienst
• heeft
• heeft druk

zoek het onderwerp:

De president spreekt de Franse bevolking toe.

• Franse
• spreekt
• spreekt toe
• de president

Zoek het onderwerp:

Uit eerbetoon kleurde de Eifeltoren blauw, wit en rood.

• de Eifeltoren
• eerbetoon
• kleurde
• wit

Zoek het onderwerp:

Op veel plaatsen werd maandag een minuut stilte gehouden.

• plaatsen
• maandag
• een minuut
• een minuut stilte

Zoek het onderwerp? 
De spinnen hingen aan het plafond.

• Spinnen
• De spinnen
• Het plafond.

Zoek het onderwerp:
Niemand was bij de intocht van Sinterklaas onder de indruk van de rode Pieten.

• de intocht van Sinterklaas
• de rode Pieten
• de indruk
• niemand

Zoek het onderwerp:
De schapen van de buurman waren op hol geslagen. 

• Schapen.
• De schapen.
• De buurman.
• De schapen van de buurman

Zoek het onderwerp:
De kinderen van groep 5 van de Constantijnschool leren over het onderwerp.

• De kinderen
• De kinderen van groep 5
• De kinderen van groep 5 van de Constantijnschool
• Het onderwerp.