Words words words

Never

• Altijd
• Nooit
• shoppen
• eieren

Tags

CCSS.L.4.6

CCSS.L.5.6

CCSS.L.6.6

CCSS.L.3.2E

CCSS.L.3.6

Meet my parents

• Meet mijn kledingmaat
• Meestal bij mijn ouders
• Ontmoet mijn ouders
• Ontmoet haar ouders

Tags

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.7.4

I am buying sweets

• Ik koop snoepjes
• Ik verkoop snoepjes
• Ik ben heel lief
• Ik koop een sweater

Tags

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.7.4

It is quiet in the library.

• Het is stil in huis.
• Het is kwijt in de bibliotheek.
• Het is stil in de bibliotheek.
• Het is stil in de winkel.

Tags

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.7.4

I often buy eggs.

• Ik zit op eieren.
• Ik koop vaak eieren.
• Ik koop soms eieren.
• Ik verkoop eieren.

Tags

CCSS.L.4.6

CCSS.L.3.6

CCSS.L.1.6

CCSS.L.K.5A

Uitleggen

• prevent
• explain
• arrest
• locked

Tags

CCSS.L.5.4B

CCSS.L.6.1E

De anderen zijn veilig. 

• The others are safe.
• The others are busy.
• The others is safe.
• The others is busy.

Tags

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.7.4

Het foute antwoord.

• The wrong answer.
• The right answer.
• The wrong anser.
• The right anser. 

Tags

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.7.4

My neighbours are nosy.

• Mijn familieleden zijn luidruchtig. 
• Mijn familieleden zijn nieuwsgierig. 
• Mijn buren zijn luidruchtig. 
• Mijn buren zijn nieuwsgierig. 

Tags

CCSS.RI.5.10

CCSS.RI.4.10

CCSS.RI.6.4

CCSS.RI.3.10

CCSS.RI.7.4

Ik ben bang. 

• I am beng. 
• I am afraid.
• I am dumb.
• I am not afraid. 

Tags

CCSS.L.5.4B

CCSS.L.6.1E