Welvaartstheorie

Welvaartstheorie

11th - 12th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Prijsdiscriminatie / Productdifferentiatie

Prijsdiscriminatie / Productdifferentiatie

11th - 12th Grade

6 Qs

Kruisprijselasticiteit & Inkomenselasticiteit

Kruisprijselasticiteit & Inkomenselasticiteit

11th - 12th Grade

6 Qs

Maximumprijzen

Maximumprijzen

11th - 12th Grade

6 Qs

Prijselasticiteit

Prijselasticiteit

11th - 12th Grade

6 Qs

Break Even Analyse

Break Even Analyse

11th - 12th Grade

6 Qs

Volkomen Concurrentie

Volkomen Concurrentie

11th - 12th Grade

6 Qs

Nu burgerschap 3/4 hfst 2

Nu burgerschap 3/4 hfst 2

KG - 11th Grade

10 Qs

Levensloop

Levensloop

11th - 12th Grade

6 Qs

Welvaartstheorie

Welvaartstheorie

Assessment

Quiz

Other Sciences

11th - 12th Grade

Medium

Created by

M Nicolai

Used 9+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen:

I: Gegeven de betalingsbereidheid van een consument zal het surplus groter zijn naarmate de prijs hoger is.

II: Gegeven de prijs van zal het surplus van een consument groter zijn naarmate de betalingsbereidheid groter is.

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image

Gegeven is de vraaglijn naar chrysanten, zie afbeelding. Bij een marktprijs van € 2,50 bedraagt het totale consumentensurplus...

€ 2.450.000

€ 1.225.000

€ 875.000

€ 612.500

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image

Gegeven is de vraaglijn naar chrysanten; zie bron.

Bij een prijsstijging van € 2,50 naar € 3 bedraagt de surplusafname van de klanten die blijven kopen ..I.. en surplusafname van de vragers die afhaken ..II.. .

I = € 300.000; II = € 25.000

I = € 300.000; II = € 50.000

I = € 350.000; II = € 25.000

I = € 350.000; II = € 50.000

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

In de volgende afbeelding verschuift de aanbodlijn naar links, hierover de volgende beweringen:

I: Het totale surplus op deze markt neemt af.

II: Het producentensurplus op deze markt neemt toe.

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image
Welk gebied is in de volgende afbeelding grijs gearceerd? Let op: de aanbodcurve schuift evenwijdig naar links.
De afname van het producentensurplus.
Het producentensurplus.
De afname van de welvaart.
De totale omzet.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Welke van de onderstaande beweringen over het gegeven marktmodel zijn correct?
I: Gegeven het marktmodel is de totale welvaart het hoogst bij de evenwichtsprijs van 70.
II: Bij een prijs van 80 is het consumentensurplus hoger dan in het marktevenwicht.

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.