Basis Marketing tussentijds

Basis Marketing tussentijds

KG - 6th Grade

34 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Razonamiento verbal 1

Razonamiento verbal 1

University

30 Qs

shingeki no kyojin

shingeki no kyojin

KG

31 Qs

Aprovisionamiento y material de oficina

Aprovisionamiento y material de oficina

11th Grade

30 Qs

Prueba Colportor Evangélico

Prueba Colportor Evangélico

University - Professional Development

35 Qs

COMPONENTES DEL VEHICULO

COMPONENTES DEL VEHICULO

Professional Development

30 Qs

Repaso "Comunicación y lenguaje"

Repaso "Comunicación y lenguaje"

2nd Grade

29 Qs

Ortografía

Ortografía

6th - 7th Grade

30 Qs

VARIEDADES DIALECTALES

VARIEDADES DIALECTALES

2nd Grade

29 Qs

Basis Marketing tussentijds

Basis Marketing tussentijds

Assessment

Quiz

Other

KG - 6th Grade

Practice Problem

Hard

Created by

Bart Eleveld

Used 20+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

34 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Maar staat MVO voor?

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Maatschappij Voor Onderwijs
Maatschappelijk Voortgezet Onderwijs
Mensen Veiligheid Ondernemen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Wat is de juiste volgorde van de concepten van oud naar nieuw?

Productie > Product > Verkoop > Marketing
Product > Productie > Verkoop > Marketing
Marketing > Verkoop > Product > Productie
Productie > Product > Marketing > Verkoop

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Het verschil tussen productconcept en productieconcept is..

Bij productieconcept ligt nadruk op product kwaliteit
Bij productconcept ligt nadrukt op goedkoop produceren
Bij productieconcept ligt nadrukt op goedkoop produceren

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke stelling over convenience goods is juist?

Convenience goods moeten makkelijk / overal verkrijgbaar zijn.
Voor convenience goods wil de consument extra moeite doen om het product te kopen.
Voor convenience goods doet de consument uitgebreid onderzoek voor aankoop.
Geen van de overige antwoorden is juist.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is de beste omschrijving van marketing?

Producten verkopen
Producten in de markt zetten
Reclame maken
Producten aanpassen aan de behoeften v/d klant.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Een voorbeeld van shopping goods is:

drop
kleding
auto
huis

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke stelling over specialty goods is juist?

specialty goods moeten makkelijk / overal verkrijgbaar zijn.
Voor specialty goods wil de consument extra moeite doen om het product te kopen.
Voor specialty goods doet de consument uitgebreid onderzoek voor aankoop.
Geen van de overige antwoorden is juist.

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

Already have an account?