Je kamer lijkt wel een zwijnenstal.

• vergelijking

• understatement

• metafoor

• personificatie

De wind floot door de takken.

• vergelijking

• hyperbool

• metafoor

• personificatie

Kijk de zon gaat onder, het meer staat in brand.

• vergelijking

• hyperbool

• metafoor

• personificatie

Soms lacht de toekomst je toe.

• vergelijking

• eufemisme

• metafoor

• personificatie

Hij ging er als een haas vandoor.

• vergelijking

• understatement

• metafoor

• personificatie

Peter, een echte angsthaas, was erg bang tijdens de spooktocht.

• vergelijking

• hyperbool

• metafoor

• personificatie

Ik heb wel een eeuw op je gewacht.

• hyperbool

• eufemisme

• understatement

• metafoor

De demonstratie liep een beetje uit de hand: er werden 90 mensen opgepakt.

• hyperbool

• eufemisme

• understatement

• personificatie

Zij lachte zich dood.

• hyperbool

• eufemisme

• understatement

• personificatie

Oma heeft haar laatste adem uitgeblazen.

• hyperbool

• eufemisme

• understatement

• personificatie