Bruto Binnenlands Product (BBP)

Bruto Binnenlands Product (BBP)

11th - 12th Grade

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling november week 3

2F Spelling november week 3

KG - Professional Development

10 Qs

Onthaal herhaling

Onthaal herhaling

5th Grade - University

9 Qs

Efteling Quiz

Efteling Quiz

1st - 12th Grade

10 Qs

2F Spelling september week 3

2F Spelling september week 3

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling - november week 1

2F Spelling - november week 1

KG - Professional Development

10 Qs

BBP-BNI

BBP-BNI

11th - 12th Grade

5 Qs

2F Spelling februari - week 2

2F Spelling februari - week 2

KG - University

10 Qs

Binnenlands product (1)

Binnenlands product (1)

11th - 12th Grade

10 Qs

Bruto Binnenlands Product (BBP)

Bruto Binnenlands Product (BBP)

Assessment

Quiz

Other

11th - 12th Grade

Hard

Created by

M Nicolai

Used 13+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bij berekening van het bbp wordt als productie van de overheid beschouwd...
de omzet van de overheid.
de som van de salarissen van het overheidspersoneel.
de som van alle belastingontvangsten.
de som van alle overheidsuitgaven.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Het bruto binnenlands product (bbp) geeft een onvolledig beeld van de welvaart in een land. Welke van de onderstaande zaken is daarvan geen oorzaak?
Het bbp houdt geen rekening met de inkomensverdeling.
Het grijze en zwarte circuit worden buiten beschouwing gelaten.
Het bbp meet alleen de primaire inkomens in een land.
Negatieve externe effecten worden buiten beschouwing gelaten.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Het bruto binnenlands product (bbp) kun je meten door de toegevoegde waarde van bedrijven en niet-commerciële instellingen op te tellen; dit is de ...I... . het bbp kan ook gemeten worden door de totale bestedingen op te tellen; dat is de ...II... . Als je de beloningen van de productiefactoren optelt hanteert men de ...III... .
I = objectieve methode, II = bestedingsmethode, III = subjectieve methode
I = subjectieve methode, II = bestedingsmethode, III = objectieve methode
I = bestedingsmethode, II = objectieve methode, III = subjectieve methode
I = objectieve methode, II = subjectieve methode, III = bestedingsmethode

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image
In de afbeelding enkele gegevens over het bbp van Zweden. Bereken hoeveel % het BBP in 2010 reëel is gestegen ten opzichte van 2009 (in 2 decimalen nauwkeurig).
1,43%
1,50%
1,94%
2,45%

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image
In de afbeelding enkele financiele gegevens van een bouwbedrijf. Stel op basis van de gegevens was hoeveel de toegevoegde waarde van het bedrijf is. 
€25.000.000
€16.000.000
€14.500.000
€7.000.000