Havo 4 Thema 3 en 4

Havo 4 Thema 3 en 4

10th - 11th Grade

31 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Vragen over het milieu

Vragen over het milieu

11th Grade - University

27 Qs

Erfelijkheid

Erfelijkheid

5th - 10th Grade

29 Qs

SE Th 4567

SE Th 4567

10th Grade

27 Qs

Formatieve toets BS 2.1 t/m 2.3 2 tl/havo

Formatieve toets BS 2.1 t/m 2.3 2 tl/havo

9th - 12th Grade

31 Qs

Havo 4 Thema 2

Havo 4 Thema 2

10th - 11th Grade

27 Qs

Thema 3 Organen en cellen

Thema 3 Organen en cellen

1st - 10th Grade

27 Qs

Bloedsomloop M4

Bloedsomloop M4

10th - 12th Grade

29 Qs

2h Ademhaling en verbranding

2h Ademhaling en verbranding

1st - 10th Grade

26 Qs

Havo 4 Thema 3 en 4

Havo 4 Thema 3 en 4

Assessment

Quiz

Biology

10th - 11th Grade

Hard

Used 80+ times

FREE Resource

31 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image
Van een plant met het genotype GG wordt een stuk stengel (de ent) afgesneden. Deze ent wordt bevestigd op een andere plant van dezelfde soort (de entstam) met het genotype gg.
Van de uitgebloeide ent wordt na een paar jaar een stuk afgesneden; dit stuk vormt wortels en gaat bloeien. Er treedt zelfbestuiving op. Aangenomen wordt dat er geen mutaties voorkomen.
Welk genotype hebben de zaden die dan ontstaan?
alleen GG
alleen gg
alleen Gg
GG en gg

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Twee individuen van dezelfde soort bezitten beide voor een bepaalde eigenschap hetzelfde fenotype.
Het ene individu is voor deze eigenschap homozygoot en het andere individu is heterozygoot.
Door de nakomelingen van bepaalde kruisingen te onderzoeken, kan worden bepaald welk individu homozygoot en welk individu heterozygoot is.
Welke van onderstaande kruisingen komt hiervoor het beste in aanmerking?
Beide individuen worden enkele malen met elkaar gekruist
Beide individuen worden elk gekruist met een willekeurig ander individu
Beide individuen worden elk gekruist met een individu dat homozygoot is voor de eigenschap veroorzaakt door de dominante allelen
Beide individuen worden elk gekruist met een individu dat homozygoot is voor de eigenschap veroorzaakt door de recessieve allelen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Van een wilg worden 20 takken afgesneden en iedere tak wordt in een aparte pot gezet. Na enige tijd zijn 5 bij takken de bladeren kronkelig vervormd, terwijl bij de overige 15 takken de bladeren normaal gebleven zijn.
De beste verklaring hiervoor is dat
het allel voor kronkelige bladeren recessief is
het allel voor kronkelige bladeren tijdens dit experiment gemuteerd is
voor de verschillende takken het milieu verschillend is
de boom heterozygoot is voor de aanleg bladvorm, want er ontstaat een 3:1 verhouding

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image
Planten van de siernetel laten zich gemakkelijk stekken. In een experiment worden van een siernetel met rode bladeren 16 takjes afgesneden. Ieder takje wordt in een aparte pot opgekweekt. Alle stekken krijgen wortels en groeien verder. Na enige tijd heeft een van de stekken alleen groene bladeren, terwijl de andere stekken allemaal rode bladeren hebben.
Voor het ontstaan van een stek met groene bladeren worden drie verklaringen geopperd.
1. Het allel voor groene bladeren is recessief
2. De kweekomstandigheden waaronder de verschillende stekken zijn opgekweekt, waren niet gelijk.
3. De gebruikte siernetel is heterozygoot voor bladkleur.
Welke van deze verklaringen is of zijn aannemelijk?
Alleen verklaring 1
Alleen verklaring 2
Alleen verklaring 1 en 3
Alleen verklaring 2 en 3

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image
Een erwtenplant met een homozygote aanleg voor gele zaden wordt gekruist met een erwtenplant met een homozygote aanleg voor groene zaden. De F1-planten dragen alleen gele erwten.
Hoe erft de eigenschap voor kleur van de zaden over?
dominant overervend
recessief overervend
intermediair overervend
heterozygoot overervend

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Op welk moment ontstaat het genotype van een mens?
bij de geboorte
bij de bevruchting
door de invloed van milieuomstandigheden
op het moment dat het fenotype bepaald is

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Media Image
Bij de mens is de vorm van de oorlelletjes erfelijk bepaald. Er is een allel voor vastzittende en een allel voor loshangende oorlelletjes.
Een man heeft loshangende oorlelletjes en is voor deze eigenschap heterozygoot. Drie cellen van de man zijn:
1. een cel in een oorlelletje
2. een cel in de wand van een gehoorgang
3. een spermacel
In welke van deze cellen is zeker in de celkern het allel voor vastzittende oorlelletjes aanwezig, als mutaties worden uitgesloten?
alleen in cel 1
alleen in cel 3
alleen in cel 1 en 2
in cel 1, 2 en 3

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?