Werkwoordspelling Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd

Werkwoordspelling Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd

6th - 12th Grade

30 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

NL domein 2

NL domein 2

8th Grade

25 Qs

Unité 29

Unité 29

6th Grade

33 Qs

Nt2taalmenu A1 Module 2

Nt2taalmenu A1 Module 2

7th - 12th Grade

25 Qs

3OL De verleden tijd + het voltooid deelwoord

3OL De verleden tijd + het voltooid deelwoord

9th Grade

25 Qs

V3 Taalverzorging: formuleren en spelling

V3 Taalverzorging: formuleren en spelling

1st Grade - Professional Development

34 Qs

LJ3 P4 - Test del material del primer año

LJ3 P4 - Test del material del primer año

6th - 8th Grade

30 Qs

Challenge 1BB Woordsoorten

Challenge 1BB Woordsoorten

9th - 12th Grade

25 Qs

TTrap les 9 Hebben en Zijn

TTrap les 9 Hebben en Zijn

6th - 7th Grade

26 Qs

Werkwoordspelling Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd

Werkwoordspelling Tegenwoordige Tijd en Verleden Tijd

Assessment

Quiz

World Languages

6th - 12th Grade

Medium

Created by

Nanette Wit

Used 19+ times

FREE Resource

30 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

De zin vragend maken, pv komt vooraan.

De zin in een andere tijd zetten, pv verandert mee.

De zin in enkelvoud of meervoud zetten, pv verandert mee.

Alle opties zijn goed

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Wie of wat + alle werkwoorden?

Wie of wat + de persoonsvorm?

Alle opties zijn goed

Het onderwerp is altijd onderstreept

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Wanneer gebruik je de tegenwoordige tijd?

Als iets nu gebeurt

Als iets later gebeurt

Als iets al voorbij is

Als iets nu gebeurt en als iets later gebeurt

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Wat is een sterk werkwoord?

Woorden zoals 'kracht, gewichtheffen en bodybuilding'

Een werkwoord krijgt een andere klank in de verleden tijd

Een werkwoord kan niet in de verleden tijd worden gezet

Sterke werkwoorden bestaan niet

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Hoe weet je hoe je een sterk werkwoord schrijft?

't ex-kofschip

Langer maken

Dit moet je onthouden

Sterke werkwoorden schrijf je net als zwakke werkwoorden

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

-en van het hele werkwoord afhalen

't ex-kofschip gebruiken

Het werkwoord langer te maken

Het werkwoord vooraan de zin te zetten

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Waar kun je 't ex-kofschip voor gebruiken?

Als je niet weet of de persoonsvorm met -de(n) of -te(n) geschreven moet worden

Als je niet weet hoe je een sterk werkwoord schrijft

Als het werkwoord in het meervoud staat

Als er meerdere werkwoorden in de zin staan

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?