Begrijpend lezen M7

• In het stukje tekst staat een opsomming.

• In het stukje tekst staat een tegenstelling.

• In het stukje tekst staat een oorzaak en gevolg.

• In het stukje tekst staat een conclusie

• Een wan gebruik je om kaf te verzamelen.

• Een wan gebruik je omdat het veen te nat was.

• Een wan gebruik je om koren te krijgen zonder kaf.

• Een wan gebruik je om graankorrels te verzamelen.

• In regel 1 t/m 5 wordt met "nadat" een verband van tijd aangegeven.

• In regel 1 t/m 5 wordt met "nadat" een tegenstelling aangegeven.

• In regel 1 t/m 5 wordt met "nadat" een verband van oorzaak aangegeven.

• In regel 1 t/m 5 wordt met "nadat" een vergelijking aangegeven.

• Regel 9 t/m 14 is een oorzaak - gevolg.

• Regel 9 t/m 14 is een voorbeeld.

• Regel 9 t/m 14 is een conclusie.

• Regel 9 t/m 14 is een tegenstelling.

• object

• kunstwerk

• doek

• werk

• aangeduid

• gesymboliseerd

• naverteld

• behandeld

• tijdens de watersnoodramp in 1953

• tijdens de steenkoolmijnen rond 1900

• tijdens de Tweede Wereldoorlog

• tijdens de Eerste Wereldoorlog

• Een storing in de hersenen waardoor je dingen vergeet.

• Een storing in de hersenen waardoor je niet meer goed kunt lopen.

• Een storing in de hersenen waardoor je moeite hebt met spelling.

• Een storing in de hersenen waardoor je in paniek raakt.

• Je mocht de grotten niet in zonder gids.

• Je mocht geen Joden helpen.

• Je mocht niks stelen uit de grotten.

• Er dreigde instortingsgevaar.

• een tegenstelling

• een rede en gevolg

• een conclusie

• een opsomming