Werkwoordspelling brugklas

Werkwoordspelling brugklas

6th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Taal Thema 5 Les 10

Taal Thema 5 Les 10

1st - 12th Grade

20 Qs

Nederlands Lidwoorden, zn en bn

Nederlands Lidwoorden, zn en bn

1st - 10th Grade

16 Qs

Schrijven op je stageplek 2F

Schrijven op je stageplek 2F

1st - 12th Grade

16 Qs

Homofonen

Homofonen

6th Grade

13 Qs

E1: Spelling en grammatica (2)

E1: Spelling en grammatica (2)

KG - University

14 Qs

Dictee 11-3

Dictee 11-3

1st - 10th Grade

20 Qs

Spelling in Beeld blok 1

Spelling in Beeld blok 1

5th - 6th Grade

15 Qs

Formatieve toets 2HV Over Taal blok 1-3

Formatieve toets 2HV Over Taal blok 1-3

1st - 10th Grade

15 Qs

Werkwoordspelling brugklas

Werkwoordspelling brugklas

Assessment

Quiz

Other

6th Grade

Medium

Created by

Kirsten Klerks

Used 25+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Lisa's kleine zusjes (plukken) bloemen uit de tuin van de buren.

plukte

plukde

plukten

plukden

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Waar (denken) jij aan toen je dat deed?

dacht

denkte

dachten

denkten

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

De Romeinen (stichten) Nijmegen in de eerste eeuw.

stichte

stichtte

stichten

stichtten

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Gisteren (rijden) mijn buurjongen op een fiets zonder stuur.

rijdde

reed

rijdden

reden

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Bij de sterrenwacht (zien) we dat er die nacht veel sterren vielen.

zag

ziende

zagen

zienden

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Die rare actie van jou (verbazen) mij niets.

verbaaste

verbaasde

verbaasten

verbaasden

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Deze zomer (beleven) ik een avontuur om nooit te vergeten.

beleefte

beleefde

beleeften

beleefden

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?