Biologie HAVO 1 Thema 3 Organen en cellen B5

Biologie HAVO 1 Thema 3 Organen en cellen B5

7th - 8th Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Lesson 1 - Cells

Lesson 1 - Cells

5th - 8th Grade

15 Qs

ordening celkenmerken

ordening celkenmerken

7th - 9th Grade

15 Qs

Cell History Timeline

Cell History Timeline

7th - 10th Grade

13 Qs

Organelles

Organelles

6th - 9th Grade

11 Qs

Thema 1 planten 4BB

Thema 1 planten 4BB

8th Grade

15 Qs

gaswisseling

gaswisseling

8th - 12th Grade

13 Qs

KS4 Genetic Modification

KS4 Genetic Modification

8th - 11th Grade

12 Qs

CELULAS DEL SISTEMA NERVIOSO

CELULAS DEL SISTEMA NERVIOSO

8th Grade

15 Qs

Biologie HAVO 1 Thema 3 Organen en cellen B5

Biologie HAVO 1 Thema 3 Organen en cellen B5

Assessment

Quiz

Biology

7th - 8th Grade

Medium

Created by

Patrick Agterberg

Used 31+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Hoeveel chromosomen heeft een levercel van een mens?
23
48
46
16

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke bewering is juist?

In de celkern liggen lange dunne draden DNA.

Chromosomen bestaan alleen uit DNA.

Chromosomen komen nooit in paren.

DNA is niet opgebouwd uit de nucleotide A, T, C en G.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Een celkern bevat de complete informatie voor alle erfelijke eigenschappen.

Juist

Onjuist

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Jasper, Silke en Noah bekijken vaste preparaten van spiercellen en zenuwcellen. Het valt hen op dat de cellen er erg verschillend uit zien. Jasper zegt dat dit komt doordat spiercellen en zenuwcellen verschillende genen hebben. Noah zegt dat dit komt doordat bij spiercellen andere genen actief zijn dan bij zenuwcellen. Silke zegt dat het verschillende weefsels zijn met een nadere functie.

Noah en Jasper hebben gelijk.

Silke en Jasper hebben gelijk.

Noah en Silke hebben gelijk.

Noah, Silke en Jasper hebben gelijk.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Bepaalde delen van het DNA van een mens bevatten genen die stoffen(eiwitten) maken die de oogkleur bepalen.

Waar in de cel bevindt zich dit DNA?

In de celkern van spiercel. Het gen is daar actief.

In het cytoplasma van een spiercel. Het gen is daar actief.

In de celkern van een spiercel. Het gen is daar niet actief.

In het cytoplasma van een spiercel. Het gen is daar niet actief.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Bepaalde delen van het DNA van een mens bevatten informatie over de stoffen die de kleur van de ogen bepalen. Waar bevindt zich dit DNA in een cel?

Celwand

Celkern

Cytoplasma

Celmembraan

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

In het DNA vormen de basen A, C, G en T vaste paren. Welke paren zijn dat?

A en G, C en T

A en C, G en T

A en T, C en G

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?