Néerlandais Les auxiliaires de mode

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Je moet je huiswerk nu doen.

• Je moet je huiswerk nu gedaan.

• Je doet je huiwerk moeten.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Ik wil hier zitten blijven.

• Ik wil hier blijven zitten.

• Ik wil hier gezeten blijven.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• De leerlingen mogen niet gegeten in de klas.

• De leerlingen mogen niet in de klas gegeten.

• De leerlingen mogen niet in de klas eten.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Zonder licht zie ik niets kan.

• Zonder licht kan ik niets zien.

• Zonder licht kan ik niets gezien.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Sorry maar vandaag kan ik niet bij jullie komen eten.

• Sorry maar vandaag kan ik niet bij jullie eten komen.

• Sorry maar vandaag kan ik niet gekomen bij jullie eten.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Als je te vlug rijdt, mag je een boete betalen.

• Als je te vlug rijdt, wil je een boete betalen.

• Als je te vlug rijdt, moet je een boete betalen.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Ik ben 14, ik moet nog geen auto rijden.

• Ik ben 14, ik mag nog geen auto willen rijden.

• Ik ben 14, ik mag nog geen auto rijden.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Mijn zusje is maar 3 maar ze mag al goed zwemmen.

• Mijn zusje is maar 3 maar ze kan al goed zwemmen.

• Mijn zusje is maar 3 maar ze wil al goed zwemmen.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Mijn brommer is kapot, ik moet hem laten repareren.

• Mijn brommer is kapot, ik kan hem laten repareren.

• Mijn brommer is kapot, ik mag hem laten repareren.

Choisis la phrase correcte et la plus logique

• Moeder, alsjeblieft, wil ik bij mijn vrienden gaan spelen?

• Moeder, alsjeblieft, moet ik bij mijn vrienden gaan spelen?

• Moeder, alsjeblieft, mag ik bij mijn vrienden gaan spelen?

• Moeder, alsjeblieft, mag ik bij mijn vrienden spelen gaan?