STAP 2 - kerstquiz

Vul in:

Kerstmis wordt gevierd in ...

• de zomer

• de winter

• de herfst

• de lente

Vul in:

Maria is de ... van Jezus.

• zoon

• oma

• moeder

Vul in:

Iemand die voor de schapen zorgt, noem je een ...

• herder

• ezel

• kribbe

• koning

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

(hebben) Wij ... volgende week kerstvakantie.

• heeft

• had

• hebben

• hebt

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Jozef en Maria moesten van de koning naar Bethlehem. (slapen) Zij ... in een stal.

• slaapt

• slapen

• slaapte

• sliepen

Wat is het voltooid deelwoord van 'wandelen'?

• gewandeld

• gewandelt

• gewandelen

Wat is het voltooid deelwoord van 'zingen'?

• gezingen

• gezongen

• gezingd

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

• Hang de kerstbal maar in de boom.

• Hang jij de kerstbal in de boom?

• Jij hangt de kerstbal in de boom!

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

• Doe de lichtjes even aan.

• Doe jij de lichtjes even aan.

• Doet de lichtjes even aan.

In welke zin is het voorzetsel onderstreept?

• Onder de boom ligt een cadeautje.

• Onder de boom ligt een cadeautje.

• Onder de boom ligt een cadeautje.