Hulpwerkwoord

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Jan is naar het zwembad geweest.

• is

• geweest

• is geweest

• naar

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Ik heb erg veel fruit gegeten.

• veel

• gegeten

• heb

• heb gegeten

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Ik ben vorige week van mijn fiets gevallen.

• gevallen

• ben

• vorige week

• ben gevallen

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Hij wilde een pleister op de wond plakken.

• plakken

• wilde plakken

• wilde

• op

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Ik heb hem voor het mooie cadeau bedankt.

• bedankt

• heb

• heb bedankt

• hem

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Waar heb jij de cadeautjes verstopt?

• heb

• verstopt

• heb verstopt

• cadeautjes

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Vanaf morgen zal ik altijd mijn huiswerk maken.

• Vanaf

• maken

• zal

• zal maken

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Ik wilde die mooie broek ook hebben.

• hebben

• wilde

• wilde hebben

• mooie broek

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Het kleine meisje bleef huilen.

• kleine meisje

• bleef

• huilen

• bleef huilen

Wat is het hulpwerkwoord in onderstaande zin?

Ik heb de hele dag gezocht naar mijn leesboek.

• mijn leesboek

• gezocht

• heb gezocht

• heb