1B WG, ZWW, HWW

1B WG, ZWW, HWW

KG

11 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Toetsvragen samengestelde zinnen

Toetsvragen samengestelde zinnen

1st Grade

15 Qs

Lijdend en meewerkend voorwerp (basis)

Lijdend en meewerkend voorwerp (basis)

1st Grade

10 Qs

Perfectum: speciale verba

Perfectum: speciale verba

Professional Development

10 Qs

OKAN Geel - Taalrecht 1.2. Thema 2 (2)

OKAN Geel - Taalrecht 1.2. Thema 2 (2)

KG - 10th Grade

10 Qs

Huiswerk: Nederlands 15 oktober, 2020

Huiswerk: Nederlands 15 oktober, 2020

6th Grade

10 Qs

VTT: hulpwerkwoord / dubbele infinitief

VTT: hulpwerkwoord / dubbele infinitief

2nd Grade

15 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

Engelse werkwoorden in het Nederlands

Engelse werkwoorden in het Nederlands

4th Grade

10 Qs

1B WG, ZWW, HWW

1B WG, ZWW, HWW

Assessment

Quiz

World Languages

KG

Hard

Created by

Dennis Koers

Used 9+ times

FREE Resource

11 questions

Show all answers

1.

FILL IN THE BLANK QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Benoem het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:


Hij heeft de hele avond televisie gekeken.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Juist of onjuist?


De woorden ‘te’ en ‘aan het’ horen bij het werkwoordelijk gezegde.

Juist

Onjuist

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

Heb / jij / gisteren / de achterdeur / niet / afgesloten?

Heb / jij / gisteren / de achterdeur / niet afgesloten?

Heb / jij / gisteren de achterdeur / niet afgesloten?

Heb / jij / gisteren de achterdeur / niet / afgesloten?

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

30 sec • 1 pt

Noteer de persoonsvorm (pv) van de volgende zin:


Heb jij gisteren de achterdeur niet afgesloten?

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

30 sec • 1 pt

Noteer nu het werkwoordelijk gezegde (wg) van de volgende zin:


Heb jij gisteren de achterdeur niet afgesloten?

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

Gelukkig / ruimt / haar moeder / altijd haar troep / op.

Gelukkig / ruimt / haar moeder / altijd / haar troep / op.

Gelukkig / ruimt / haar moeder altijd / haar troep / op.

Gelukkig ruimt haar moeder altijd / haar troep op.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke uitspraak is waar?

In een zin staat altijd maar één hulpwerkwoord.

In een zin staat altijd maar één zelfstandig werkwoord.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?

Discover more resources for World Languages