2KGT - Grammatica zinsdelen

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin?

De kampioenen vierden feest in het dorp.

• De kampioenen

• vierden

• feest

• in het dorp

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin?

De bokser verloor een belangrijke wedstrijd.

• De bokser

• verloor

• een belangrijke wedstrijd

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin?

Vol verbazing hadden de kinderen geluisterd.

• hadden

• geluisterd

• de kinderen

Wat is het onderwerp (o) in de zin?

De voetballer struikelde over de bal.

• struikelde

• over de bal

• De voetballer

Wat is het onderwerp (o) in de zin?

De supporters scholden de spelers uit.

• De supporters

• scholden uit

• De spelers

Wat is het onderwerp (o) in de zin?

Maait die jongen altijd het gras?

• Maait

• die jongen

• altijd

• het gras

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?

Anouk zal morgen komen helpen.

• zal

• zal komen

• zal komen helpen

• zal helpen

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?

We zijn gisteren naar het strand geweest.

• zijn

• zijn geweest

• geweest

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?

De bekende zanger zong een lied voor zijn fans.

• zong

• zong een lied

• voor zijn fans

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?

Tijdens de les zit ik vaak stiekem te kijken op mijn mobieltje.

• zit

• te kijken

• zit te kijken