Metro gered 2

Metro gered 2

7th - 8th Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Plagen of Pesten

Plagen of Pesten

4th - 9th Grade

15 Qs

Spreekwoorden

Spreekwoorden

6th - 8th Grade

10 Qs

2F Spelling januari - week 3

2F Spelling januari - week 3

KG - University

10 Qs

Wassen/wassymbolen

Wassen/wassymbolen

1st - 10th Grade

12 Qs

Project 1: Abnormaal sociaal woordenschat

Project 1: Abnormaal sociaal woordenschat

6th - 8th Grade

12 Qs

Stellingen. Akkoord of niet akkoord.

Stellingen. Akkoord of niet akkoord.

7th Grade

10 Qs

KBL4 Pincode h7§1 overheid

KBL4 Pincode h7§1 overheid

8th - 12th Grade

14 Qs

Woordenschat H1 klas 2

Woordenschat H1 klas 2

KG - 12th Grade

13 Qs

Metro gered 2

Metro gered 2

Assessment

Quiz

Other

7th - 8th Grade

Easy

Created by

Gerd Niehaus

Used 2+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

De stripheld Donald Duck deed in 1955 zijn intrede op televisie.

Dat betekent dat …

Donald Duck in die tijd niet meer zo populair was als daarvoor.

Donald Duck al een paar jaar te zien was op televisie.

vanaf dat jaar Donald Duck op televisie te zien was.

vanaf dat jaar Donald Duck na lange tijd niet meer op televisie te zien was.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Een verkeersongeluk loopt maar net goed af voor een vrouw in Polen. Een auto rijdt recht op haar af, maar ze springt net op tijd achter een lantaarnpaal. Zij was gelukkig ongedeerd.


Wat ben je als je ongedeerd bent?

niet geschrokken

niet uitgegleden

zonder verwondingen

zonder boodschappen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

In welke zin is relatief niet in de juiste betekenis gebruikt?

Mijn buurjongen haalt relatief hoge cijfers op school.

Die meubelwinkel verkoopt relatief dure meubels.

De auto van de buren is relatief kapotgegaan tijdens die lange rit.

Er gaan relatief veel kinderen op zaterdag naar een sportclub.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welk woordenrijtje past bij de constructie?

opzoeken – het recept – klaarmaken

het ontwerp – bouwen – maken

de wedstijd – de rivaal – winnen

de invloed – de macht – de baas spelen

5.

MULTIPLE SELECT QUESTION

1 min • 1 pt

Kies de goede antwoorden. Er zijn twee antwoorden goed.

In welke zinnen is de noodzaak op de juiste manier gebruikt?

Er was een noodzaak gebeurd in het zwembad, gelukkig waren er geen gewonden.

Ik heb geen fiets of auto, dus is het noodzaak om de trein te nemen naar mijn werk.

Het optreden van de artiest was fantastisch, de noodzaken werden allemaal meegezongen.

De ministers in Nederland en België vragen ons om de grens niet over te steken, behalve als er een noodzaak voor is.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Mijn vader legt een vijver aan in de tuin. Wat doet mijn vader?

Hij laat zien waar de vijver komt.

Hij maakt een vijver.

Hij geeft de planten water.

Hij laat de vijver ongedeerd.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Maak de zin af.

Ik ben er niet helemaal gerust op dat hij zijn mond zal kunnen houden. Als je ergens niet gerust op bent, dan …

ben je ergens vrij zeker van.

ben je niet goed uitgerust.

heb je er geen vertrouwen in.

heb je er geen weet van.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?