Plantenrijk thema 4

Ze bestaan uit een groot aantal cellen

• zaden

• zaden en sporen

• sporen

Waarom komen mosplanten in grote groepen voor?

• Dan worden ze minder gemakkelijk opgegeten

• Op die manier hebben ze meer stevigheid

• Ze zijn zo beter beschermd tegen uitdroging

• Hun sporen ontkiemen makkelijker wanneer ze in grote hoeveelheden voorkomen

Hierboven zie je een doorsnede van een plantenstengel. Je ziet (in een cirkel) een aantal vaatbundels. Welke plant kan dit zijn?

• haarmos

• witte dovenetel

• parapluutjesmos

• vliegenzwam

Bekijk de foto van de prei. Op basis van welke kenmerken kan je stellen dat dit een eenzaadlobbige is?

• Hoofdwortel en parallelnervige bladeren

• Hoofdwortel en handnervige bladeren

• Bijwortels en parallelnervige bladeren

• Bijwortels en handnervige bladeren

• Fout, hij is een echte tweezaadlobbige

De zaden van de plant liggen ingebed in een vrucht

• naaktzadige plant

• bedektzadige plant

• sporenplant

Meelachtige massa die als reservevoedsel wordt aangetroffen in zaden van eenzaadlobbigen

• Zaadvrucht

• Embryo

• Kiemwit

• Zaadlob

Duid de juiste uitspraken aan

• Planten hebben enkel CO₂ en H₂O nodig

• Planten zijn autotrofe organismen

• Alle planten zijn meercellig

• Als een organisme bladgroen heeft is het een plant

• Vleesetende planten zijn geen echte planten

Tot welke afdeling behoort deze plant? (1 woord)

Tot welke afdeling behoort deze plant? (1 woord)

Kies het begrip dat past bij deze foto. Kies uit:

• sporen

• vrucht

• stuifmeel

• sporenhoopjes

• zaad