Geef de juiste naam van het onderstreepte/vetgedrukte personage in onderstaande uitspraak.
“Grappig. Hij en ik kunnen in het dagelijkse leven niet goed met elkaar overweg, maar Peeta heeft gelijk dat we op elkaar lijken – hij lijkt door de timing van zijn giften met me te kunnen communiceren. Zoals toen ik wist dat ik in de buurt van water moest zijn omdat hij het niet stuurde.”