VWO - Arbeidsmarkt 2

VWO - Arbeidsmarkt 2

University

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Observeren en Rapporteren Lesweek 5

Observeren en Rapporteren Lesweek 5

KG - University

13 Qs

Zijn verschillen een probleem?

Zijn verschillen een probleem?

University

13 Qs

4m ma begrippen 9.4

4m ma begrippen 9.4

University

8 Qs

Pluriforme samenleving §1

Pluriforme samenleving §1

11th Grade - University

8 Qs

HAVO - Conjunctuur 2

HAVO - Conjunctuur 2

University

10 Qs

Diversiteit

Diversiteit

KG - University

13 Qs

Parlementaire democratie §1: Wat is democratie?

Parlementaire democratie §1: Wat is democratie?

10th Grade - University

10 Qs

Parlementaire democratie §1 t/m §9

Parlementaire democratie §1 t/m §9

10th Grade - University

11 Qs

VWO - Arbeidsmarkt 2

VWO - Arbeidsmarkt 2

Assessment

Quiz

Social Studies

University

Hard

Created by

Stijn van Wolferen

Used 7+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Wanneer het arbeidsaanbod, bij gelijkblijvende arbeidsproductiviteit, sneller stijgt dan de arbeidvraag dan ... de werkloosheid

stijgt

daalt

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

De (mogelijke) armoedeval (het vervallen van inkomensafhankelijke overdrachten bij aanvaarding van werk) is een goed voorbeeld van een oorzaak van het ...

Aanmoedigingseffect

Ontmoedigingseffect

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

De werkloosheid daalt meestal in een tijd van hoogconjunctuur, maar niet altijd.


In welk geval stijgt de werkloosheid, terwijl de reële productie groeit?

De gemiddelde arbeidsproductiviteit is sneller gestegen dan de reële productie

De gemiddelde arbeidsproductiviteit stijgt even snel als de reële productie

De gemiddelde arbeidsproductiviteit is minder snel gestegen dan de reële productie

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

REKENEN


Voor de periode 2018-2020 is een daling van de loonkosten per product van 1,83% gerealiseerd. Verder is bekend dat de loonstijging in elk jaar 1% bedroeg.


Bereken de procentuele verandering van de gemiddelde arbeidsproductiviteit?

+ 0,82%

+ 3,73%

+ 3,91%

- 3,76%

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Stel dat in een land de effectieve vraag minder snelt toeneemt dan de trendmatige groei. Geef aan welk begrip is de redenering is weggelaten:


Daling EV - Daling consumptie - Daling ... - Daling arbeidsvraag

Inflatie

Arbeidsproductiviteit

Productie

Arbeidsaanbod

6.

MULTIPLE SELECT QUESTION

2 mins • 1 pt

(Een) mogelijke oplossing(en) om conjuncturele werkloos te verminderen is/zijn:

Verlagen inkomensgrens voor inkomensafhankelijke ondersteuningen

Verhogen van de uitkeringen bij werkloosheid

Verlagen van de arbeidskorting

Verhogen algemene heffingskorting

7.

MULTIPLE SELECT QUESTION

1 min • 1 pt

Een toename van de kwaliteit van scholing (ceterus paribus) heeft als gevolg(en) dat ...

De kwantitatieve structurele werkloosheid zal toenemen

De kwalitatieve structurele werkloosheid zal dalen

De internationale concurrentiepositie verslechtert

De gemiddelde arbeidsproductiviteit van werknemers stijgt

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Loonmatiging; het niet laten stijgen of zelfs laten zakken van lonen, ten tijden van laagconjunctuur kan leiden tot ...

Een afname van de conjuncturele werkloosheid als gevolg van toegenomen importen

Een afname van de conjuncturele werkloosheid als gevolg van toegenomen export

Een afname van de kwalitatieve structurele werkloosheid doordat de loonkosten per product stijgen

Een afname van de kwalitatieve structurele werkloosheid door een stijging van de gemiddelde arbeidsproductiviteit

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een toename van de investeringen kan zowel leiden tot een toename als een afname van de werkloosheid. Welk van onderstaande stelling(en) is/zijn juist?


1 Diepte-investeringen (ceterus paribus) leiden tot een toename van de kwantitatieve structurele werkloosheid.


2 Diepte-investeringen (ceterus-paribus) leiden via de effectieve vraag tot een daling van de conjuncturele werkloosheid.

1 is juist, 2 is onjuist

1 in onjuist, 2 is juist

Beiden zijn juist

Beiden zijn onjuist.