Voorzetsels

Vul aan met een voorzetsel.

Men zegt dat ik lijk ___________ mijn grootmoeder.

Vul aan met een voorzetsel.

De dokter verschaft de nodige uitleg ___ de patiënt.

Vul aan met een voorzetsel.

Gelukkig leven wij ___ de eenentwintigste eeuw!

Vul aan met een voorzetsel.

De vogels vluchten ___ de aankomende storm.

Vul aan met een voorzetsel.

De kustwacht hield de haven goed ___ de gaten.

Vul aan met een voorzetsel.

Mijn ouders verwachten te veel ___ mij.

Vul aan met een voorzetsel.

Je bent zelf verantwoordelijk ___ je daden.

Vul aan met een voorzetsel.

Waarom heb jij een hekel ___ mij?

Vul aan met een voorzetsel.

Beperk je ___ de essentie, je hoeft de details niet te kennen.

Vul aan met een voorzetsel.

Schaam je je niet ___ je ongepast gedrag?