Industriële revolutie paragraaf 2

Na welk jaar ontstonden in Engeland de eerste fabrieken?

• 1750

• 1760

• 1770

• 1780

Voordat er fabrieken waren werkten de meeste mensen in....

• de handel

• winkels

• de landbouw

• de zorg

In de winter als er weinig werk was op het land verdienden de mensen bij met

• handel

• spinnen en weven

• werken in een winkel

• hun waren te verkopen

Wat zijn voorbeelden van huisnijverheid?

• wollen stoffen

• gehaakte kleedjes

• groente

• fruit

• weefwerk

Rond het jaar ......... begon de Engelse bevolking te groeien

Welke stof, waar veel vraag naar was, droeg prettiger dan wol en was goedkoper?

Ruwe katoen kwam uit de Engelse koloniën .................. en .....................

Wat was het probleem met de eenvoudige weefgetouwen?

• Het ging niet snel genoeg

• Er kon niet genoeg stof gemaakt worden

• Ze waren te klein

• Ze werkte niet fijn

Wat is waar over de nieuwe spin- en weefmachines?

• Ze zijn uitgevonden door Engelse uitvinders

• Ze waren veel sneller en groter

• Ze pasten in huiskamers

• Ze werden in fabrieken gezet

• Ze zorgden voor geld voor ondernemers

Fabrieken stonden langs ................. Zo werden de machines in de fabrieken aangedreven door ..................... Later gingen fabrikanten over op ...........................