
VWO - Hoofdstuk 17 - Inflatie 1
Quiz
•
Social Studies
•
University
•
Hard
Stijn van Wolferen
Used 3+ times
FREE Resource
10 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Een andere term voor het inflatiecijfer is ook wel:
NCI
RIC
PCI
CPI
2.
MULTIPLE SELECT QUESTION
2 mins • 1 pt
Hieronder vind je een aantal mogelijke omschrijvingen van geldillusie. Geef aan welke juist is/zijn.
Geldillusie doet zich voor als:
De reële waarde van het inkomen belangrijker wordt gevonden dan de nominale waarde.
De verandering van het prijspeil geen rol speelt bij de beoordeling van inkomensveranderingen
Uitsluitend wordt gekeken naar de ontwikkeling van het nominale inkomen.
Men denkt dat het reëel loon sneller stijgt dan de inflatie.
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
2 mins • 1 pt
In 2020 bedraagt het CPI 108,17 (2015 = 100). Voor 2021 wordt een CPI verwacht van 110,30. De inflatie in de periode 2020-2021 bedraagt dan
-1,93%
1,97%
2,13%
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
1 min • 1 pt
Bestedingscategorieën waar een groot deel van het besteedbaar inkomen aan uit wordt gegeven krijgt een relatief ...... wegingsfactor. Een prijswijziging in deze categorie heeft een relatief ..... gevolg voor het CPI.
Wat moet er op de plek van de puntjes komen te staan?
1 = lage, 2 = klein
1 = lage, 2 = groot
1 = hoge, 2 = klein
1 = hoge, 2 = groot
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
2 mins • 1 pt
REKENEN
Ga uit van een stijging van het CPI van 3,25%. Dat is het gevolg van het volledig doorrekenen van de gestegen loonkosten per product in de verkoopprijzen. Verder is bekend dat de lonen in deze periode zijn gestegen met 6,89%.
Welke uitspraak is juist?
In deze periode is de arbeidsproductiviteit gestegen met 3,53%
In deze periode is de arbeidsproductiviteit gestegen met 3,64%
In deze periode is de arbeidsproductiviteit gelijk gebleven
Geen van bovenstaande antwoorden is juist.
6.
FILL IN THE BLANK QUESTION
2 mins • 1 pt
REKENEN
Bereken de inflatie voor 2018 t.o.v. 2015. Rond af op 2 decimalen.
!LET OP: GEBRUIK EEN KOMMA IPV EEN PUNT IN JE ANTWOORD!
7.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
1 min • 1 pt
Welk van onderstaande uitspraken is juist?
1 = Door inflatie daalt de reële waarde van een schuld.
2 = Deflatie stimuleert aankopen omdat de prijzen dan dalen.
1 = juist, 2 = onjuist
1 = onjuist, 2 = juist
Beiden zijn juist
Beiden zijn onjuist
Create a free account and access millions of resources
Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports

Continue with Google

Continue with Email

Continue with Classlink

Continue with Clever
or continue with

Microsoft
%20(1).png)
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?
Similar Resources on Wayground
12 questions
Revoluții
Quiz
•
University
10 questions
DERECHO COMERCIAL
Quiz
•
University
15 questions
Rizal Life Abroad
Quiz
•
University
15 questions
EPISTEMOLOGÍA - sesión 8 - SABERES PREVIOS
Quiz
•
University
10 questions
DDA-1
Quiz
•
University
10 questions
La Revolución Industrial y la Sociedad del Conocimiento
Quiz
•
University
10 questions
La Crónica
Quiz
•
University
9 questions
Publicidad introducción
Quiz
•
University
Popular Resources on Wayground
20 questions
Brand Labels
Quiz
•
5th - 12th Grade
11 questions
NEASC Extended Advisory
Lesson
•
9th - 12th Grade
10 questions
Ice Breaker Trivia: Food from Around the World
Quiz
•
3rd - 12th Grade
10 questions
Boomer ⚡ Zoomer - Holiday Movies
Quiz
•
KG - University
25 questions
Multiplication Facts
Quiz
•
5th Grade
22 questions
Adding Integers
Quiz
•
6th Grade
10 questions
Multiplication and Division Unknowns
Quiz
•
3rd Grade
20 questions
Multiplying and Dividing Integers
Quiz
•
7th Grade
