Welke verdeling in zinsdelen is juist?

• In dit winkelcentrum / zal / de stadswacht ’s avonds / mensen mogen fouilleren.

• In dit winkelcentrum / zal / de stadswacht ’s avonds / mensen / mogen fouilleren.

• In dit winkelcentrum / zal / de stadswacht / ’s avonds mensen / mogen fouilleren.

• In dit winkelcentrum / zal / de stadswacht / ’s avonds / mensen / mogen fouilleren.

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

• Deze kok uit Finland / maakt / de lekkerste nasi / klaar / op een ouderwets kooktoestel.

• Deze kok uit Finland / maakt / de lekkerste nasi / klaar / op een ouderwets / kooktoestel.

• Deze kok / uit Finland / maakt / de lekkerste nasi klaar / op een ouderwets kooktoestel.

• Deze kok / uit Finland / maakt / de lekkerste nasi klaar / op een ouderwets / kooktoestel.

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

• Op de zijmuur / moesten / we van de schoonheidscommissie graffiti / laten verwijderen.

• Op de zijmuur / moesten / we / van de schoonheidscommissie graffiti / laten verwijderen.

• Op de zijmuur / moesten / we / van de schoonheidscommissie / graffiti / laten verwijderen.

• Op de zijmuur / moesten / we / van de schoonheidscommissie / graffiti laten verwijderen.

In welke zin is het onderwerp onderstreept?

• De commissaris hoopte natuurlijk op meer opgeloste misdrijven.

• Voor de aardigheid heeft de slager het kind een plakje worst gegeven.

• Zonder deze handige reisgids vol suggesties had ik tijdens mijn wereldreis veel minder meegemaakt.

• Zou deze beroemde kunstenaar ooit zijn prachtige schilderijen verkopen?

In welke zin is het onderwerp onderstreept?

• In vroeger tijden heeft men werkelijk slaven als koopwaar verkocht.

• Op Wimbledon mogen de Britten ieder jaar een geweldig tennistoernooi organiseren.

• Suiker in de erwtensoep moet voor soepliefhebbers bijzonder smerig zijn.

• Zou die collega van ons kunnen smashen met een houten tennisracket?

Welke bewering is waar?

• Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp doet.

• Naast de persoonsvorm kan het werkwoordelijk gezegde maximaal één ander werkwoord bevatten.

Welke uitspraak over het lijdend voorwerp is niet waar?

• Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.

• Het lijdend voorwerp kun je vervangen door ‘iedereen’.

• Het lijdend voorwerp van een zin kun je vinden met de vraag ‘Wat (of Wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?’.

Wat is het onderwerp van de zin: Dat boek zou ik het liefst willen lezen?

Wat is het lijdend voorwerp van de zin: Wanneer stuur je je oma een vakantiekaartje?

Wat is het lijdend voorwerp van de zin: Op de bonte avond van het schoolkamp voerde Wilco een nummer van Marco Borsato uit.