Bijwoorden zeggen iets van of over:

• De tijd

• De plaats

• Een werkwoord

• Zelfstandig naamwoord

Wat is het bijwoord in de zin:

De taart is erg lekker.

• Lekker

• taart

• erg

• is

Wat is het bijwoord in de zin:

Ik heb je telefoon nergens gezien.

• je

• nergens

• telefoon

• gezien

Wat is het bijwoord in de zin:

Pokémons vangen vindt hij een erg leuk spel.

• erg

• leuk

• spel

• hij

Wat is het bijwoord in de zin:

Mark Rutte vertelde rustig dat er een avondklok kwam.

• avondklok

• dat

• er

• rustig

Wat is het bijwoord in de zin:

Gelukkig mag je je hond uitlaten.

• hond

• je

• gelukkig

• uitlaten

Wat zijn de bijwoorden in de zin:

Ik pakte vlug mijn schoolspullen bij elkaar, die ergens op de tafel lagen.

• vlug

• schoolspullen

• ergens

• die

Wat zijn de bijwoorden in de zin:

We willen vanmiddag samen huiswerk maken.

• we

• vanmiddag

• samen

• huiswerk

Wat zijn de bijwoorden in de zin:

Opeens werd mijn aandacht getrokken door heftig zwaaiende kinderen,

• Opeens

• mijn

• heftig

• zwaaiende

Wat zijn de bijwoorden in de zin:

Vanmiddag valt de regen loodrecht uit de donkere lucht.

• regen

• vanmiddag

• loodrecht

• donkere