5H 9.5 Muziekinstrumenten

5H 9.5 Muziekinstrumenten

11th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Μηχανική Ρευστών - Greg Drakopoulos

Μηχανική Ρευστών - Greg Drakopoulos

11th Grade

10 Qs

Prueba escrita

Prueba escrita

11th Grade

10 Qs

WAVES QUIZ

WAVES QUIZ

10th - 12th Grade

10 Qs

Optyka

Optyka

1st Grade - Professional Development

10 Qs

1re Spé - Ondes progressives

1re Spé - Ondes progressives

11th - 12th Grade

11 Qs

Air Columns Standing Waves

Air Columns Standing Waves

9th - 12th Grade

10 Qs

Ερωτήσεις Φαινομένου Doppler (Σωστού - Λάθους) Greg Drakopoulos

Ερωτήσεις Φαινομένου Doppler (Σωστού - Λάθους) Greg Drakopoulos

11th Grade

11 Qs

Electric Flux

Electric Flux

10th Grade - University

12 Qs

5H 9.5 Muziekinstrumenten

5H 9.5 Muziekinstrumenten

Assessment

Quiz

Physics

11th Grade

Hard

Created by

Jan Chris van Osnabrugge

Used 1+ times

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

De relatie tussen de golflengte, golfsnelheid en frequentie wordt gegeven door:

λ=vf\lambda=v\cdot f

λ=fv\lambda=\frac{f}{v}

λ=vf\lambda=\frac{v}{f}

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

In de figuur zie je een snaar die tussen twee punten A en B is ingespannen. Wat kun je zeggen over de trilling in de snaar?

De snaar trilt in de grondtoon

De snaar trilt in de eerste boventoon

De snaar trilt in de tweede boventoon

De snaar trilt in de derde boventoon

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Media Image

Een snaar met een lengte l is ingeklemd tussen de punten A en B. Wat is de relatie tussen de golflengte en de lengte van de snaar?

l=(2n1)12λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{2}\lambda

l=n14λl=n\cdot\frac{1}{4}\lambda

l=(2n1)12λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{2}\lambda

l=n12λl=n\cdot\frac{1}{2}\lambda

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

In de figuur zie je een liniaal die aan één zijde vastgeklemd zit aan de tafel en de andere zijde kan vrij bewegen. De liniaal trilt in de grondtoon. De liniaal trilt met een frequentie van 50 Hz en het deel dat kan trillen is 40 cm lang. Bereken de golfsnelheid.

25 m/s

50 m/s

80 m/s

120 m/s

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Media Image

In de figuur zie je twee latten A en B. Beide kunnen vrij trillen zoals in de figuur is aangegeven.

Welk van de twee heeft de kleinste trillingstijd?

Lat A

Lat B

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Media Image

In de figuur zie je een stemvork die op een klankkast is gemonteerd. Door de klankkast wordt het geluid van de stemvork versterkt. Op welk natuurkundig principe is dit gebaseerd?

Amplitude modulatie

Buiging

Resonantie

Trillingen

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

De stemvork in de figuur trilt en brengt zo de lucht in de klankkast aan het trillen. Wat geld er voor relatie tussen de lengte l en de golflengte van de trilling?

 l=n12λl=n\cdot\frac{1}{2}\lambda  

 l=(2n1)12λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{2}\lambda  

 l=n14λl=n\cdot\frac{1}{4}\lambda  

 l=(2n1)14λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{4}\lambda  

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Media Image

In de figuur zie je een dwarsdoorsnede van een blokfluit. Je mag de blokfluit beschouwen als een buis met twee open uiteinden. Welke relatie is er tussen de lengte l van de blokfluit en de golflengte?

l=n14λl=n\cdot\frac{1}{4}\lambda

l=n12λl=n\cdot\frac{1}{2}\lambda

l=(2n1)12λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{2}\lambda

l=(2n1)14λl=\left(2n-1\right)\cdot\frac{1}{4}\lambda