Soorten zinnen + zinsdelen + woordsoorten

Mijn klasgenoten en ik werken veel vanuit huis.

Waar/niet waar?

Dit is een enkelvoudige zin.

• Waar

• Niet waar

Waar/niet waar?

Een enkelvoudige zin heeft één of meer persoonsvormen?

• Waar

• Niet waar

Waar of niet waar?

Een samengestelde zin heeft twee of meer persoonsvormen.

• Waar

• Niet waar

Als het bedrijf het pakket opstuurt, heb je het de volgende dag in huis.

Waar of niet waar?

Dit is een enkelvoudige zin.

• Niet waar

• Waar

Welk woordsoort is leren in deze zin?

De leren tas was ontzettend duur.

• Bijvoeglijk naamwoord

• Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

• Zelfstandig naamwoord

• Voegwoord

Het transport is zeer goed verlopen.

Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?

Mijn bureau is altijd opgeruimd.

Welk voornaamwoord is mijn in deze zin?

• Persoonlijk voornaamwoord

• Bezittelijk voornaamwoord

• Aanwijzend voornaamwoord

Als je student bent, krijg je een gratis studentenreisproduct.

Welk woordsoort is als in deze zin?

Na deze opleiding wil Joshua voor een groot bedrijf werken.

Wat is in deze zin het onderwerp?

Talha en zijn vriendin willen samen een huis kopen.

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?