theorie leesvaardigheid leerjaar 1

theorie leesvaardigheid leerjaar 1

1st Grade

14 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Herhaling Lezen (H1)

Herhaling Lezen (H1)

1st - 2nd Grade

12 Qs

SE 2 schrijfvaardigheid

SE 2 schrijfvaardigheid

1st Grade

16 Qs

Lidwoord frans

Lidwoord frans

1st - 2nd Grade

10 Qs

Leesvaardigheid leerjaar 1 periode 1

Leesvaardigheid leerjaar 1 periode 1

1st Grade

10 Qs

2KGT - Begrijpend lezen - Test jezelf

2KGT - Begrijpend lezen - Test jezelf

1st - 3rd Grade

19 Qs

Begrijpend lezen

Begrijpend lezen

1st Grade

11 Qs

Nederlands!!!!

Nederlands!!!!

1st - 10th Grade

10 Qs

1KGT Leestoets

1KGT Leestoets

1st - 12th Grade

15 Qs

theorie leesvaardigheid leerjaar 1

theorie leesvaardigheid leerjaar 1

Assessment

Quiz

Other

1st Grade

Hard

Created by

Linda de Wit

Used 5+ times

FREE Resource

14 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat doe je als je oriënterend leest?

Je leest de tekst helemaal heel precies.

Je leest alle eerste en laatste zinnen van alle alinea’s.

Je zoekt bepaalde woorden op in de tekst.

Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Wat zijn deelonderwerpen?

alinea’s waarboven een kopje staat

de delen van een tekst: inleiding, middenstuk en slot

verschillende aspecten van het onderwerp

verschillende alinea’s die over hetzelfde onderwerp gaan

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat doe je als je precies leest?

Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea.

Je leest de tekst goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.

Je leest vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea’s.

Je zoekt bepaalde woorden op in de tekst.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke bewering is juist?

Je herkent een chronologisch verband aan signaalwoorden als bovendien en ook.

Je herkent een opsommend verband aan signaalwoorden als en en verder.

Je herkent een tegenstellend verband aan signaalwoorden als eerst en daarna.

Je herkent een toelichtend verband aan signaalwoorden als echter en toch.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

10 sec • 1 pt

Een betoog is een voorbeeld van een tekst die een amuserend tekstdoel heeft.

Waar

Niet waar

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

10 sec • 1 pt

Een voorbeeld van een tekst met een informerend tekstdoel is een nieuwsbericht

Waar

Niet waar

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

10 sec • 1 pt

Een voorbeeld van een tekst met een activerend tekstdoel is een advertentie

Waar

Niet waar

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?