NT2 Taalmenu Spreken les 6 Wat zeg je aan de telefoon

NT2 Taalmenu Spreken les 6 Wat zeg je aan de telefoon

1st Grade

22 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

De AC jaar 2 hoe gaat het ermee quiz!

De AC jaar 2 hoe gaat het ermee quiz!

1st Grade

20 Qs

Handleiding medewerkers Rijvaardigheid

Handleiding medewerkers Rijvaardigheid

1st Grade

18 Qs

Latijn Les 8

Latijn Les 8

1st Grade

20 Qs

Woordenschat h1

Woordenschat h1

1st - 2nd Grade

23 Qs

D&P miniquiz

D&P miniquiz

1st - 10th Grade

22 Qs

Burgerlijk wetboek voor MBO niveau 3

Burgerlijk wetboek voor MBO niveau 3

1st - 5th Grade

20 Qs

Nieuw zeeland

Nieuw zeeland

1st - 10th Grade

21 Qs

Dementie quiz

Dementie quiz

1st - 3rd Grade

18 Qs

NT2 Taalmenu Spreken les 6 Wat zeg je aan de telefoon

NT2 Taalmenu Spreken les 6 Wat zeg je aan de telefoon

Assessment

Quiz

Education

1st Grade

Medium

Used 5+ times

FREE Resource

22 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

De telefoon gaat. Je neemt op.

Wat zeg je dan?

Hallo, met ……. Kan ik Adam even spreken?

Sorry, kunt u wat harder praten?

O sorry, ik heb een verkeerd nummer gedraaid.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Je belt het nummer van een vriend.

Maar je hoort: “Ja hallo, met Joop Verstraete.”

Je denkt: “Hé?? Mijn vriend heet Mehmet!”

Wat zeg je dan?

Hallo, met.....(jouw naam)

O, sorry, ik heb een verkeerd nummer gedraaid.

Kan ik een boodschap doorgeven? Ik kan morgen niet komen, want ik ben ziek.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Een man belt.

Hij wil je een internet-abonnement verkopen.

Jij wilt dat abonnement helemaal niet.

Wat zeg je dan?

Sorry, morgen kan ik niet, want ik moet naar school.

Hallo met....(jouw naam) Ik kan niet komen, ik ben ziek.

Sorry, ik heb geen interesse.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Je hebt morgen een afspraak met je vriend Adam, maar je bent ziek.

Je belt hem op, maar je krijgt zijn moeder aan de telefoon.

Wat zeg je dan?

Nee sorry, morgen kan ik niet, want ik moet naar school.

Hallo met ....(jouw naam). Kan ik Adam even spreken?

Kan ik een boodschap doorgeven? Ik kan morgen niet komen, want ik ben ziek.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

De vrouw van je vriend Adam zegt: “Sorry, hij is niet thuis.”

Wat zeg je dan?

Hallo, met …(jouw naam) Ik zit in klas oa21. Ik kan niet komen, want ik ben ziek.

Hallo, met …….(jouw naam) Kan ik Adam even spreken?

Kan ik een boodschap doorgeven?

Ik kan morgen niet komen, want ik ben ziek.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Je belt naar school, want je wilt zeggen dat je ziek bent.

Je krijgt de voicemail van school.

Wat zeg je?

Sorry, ik heb geen interesse. Goedemiddag!

Sorry, kunt u wat harder praten?

Hallo, met …(jouw naam). Ik zit in klas oa21.

Ik kan niet komen, want ik ben ziek.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Een man belt.

Hij praat erg zacht.

Je kunt hem niet goed horen.

Wat zeg je?

Sorry, ik heb geen interesse. Goedemiddag!

O sorry, ik heb een verkeerd nummer gedraaid.

Sorry, kunt u wat harder praten?

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?