3M PWW3 LB 3.3+3.4

3M PWW3 LB 3.3+3.4

12th Grade

24 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Jure Kaštelan (djelo i život)

Jure Kaštelan (djelo i život)

12th Grade

19 Qs

vouloir, pouvoir, devoir

vouloir, pouvoir, devoir

KG - University

20 Qs

Hulpwerkwoord t/m bijwoord

Hulpwerkwoord t/m bijwoord

KG - University

21 Qs

Česká středověká literatura

Česká středověká literatura

9th - 12th Grade

20 Qs

Versamelname & Vergelykings

Versamelname & Vergelykings

8th - 12th Grade

20 Qs

F5 - Révision - Quiz 1 P1

F5 - Révision - Quiz 1 P1

10th - 12th Grade

20 Qs

Rhetorische Mittel

Rhetorische Mittel

7th Grade - University

19 Qs

Passé composé - verbes "avoir" + "être"

Passé composé - verbes "avoir" + "être"

KG - University

20 Qs

3M PWW3 LB 3.3+3.4

3M PWW3 LB 3.3+3.4

Assessment

Quiz

World Languages

12th Grade

Practice Problem

Medium

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 5+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

24 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Welke uitspraken zijn goed?

Ales je letterlijk opschrijft wat iemand zegt, gebruik je de directe rede.

Als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt, moet je aanhalingstekens gebruiken.

David vroeg: "Mag ik je fiets lenen?" Deze zin staat in de indirecte rede.

Bij de indirecte rede gebruik je vaak 'zeggen dat' en 'vragen of'.

En ik hoop dat ik word aangenomen bij Ajax. In deze zin wordt letterlijk weergegeven wat iemand zegt.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Welk voorbeeld hoort bij deze regel?

Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en, dan schrijf je -en tussen de twee delen van de samenstelling.

zonnestraal

gemeentehuis

sokkenla

dorpsstraat

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Kies het foute voorbeeld.

Kijk naar de woordparen en maak een ander woordpaar met het eerste deel. Het tweede deel mag NIET met een sisklank beginnen.

schoen+lepel=schoenlepel schoen+veter=schoenveter

bloem+bol=bloembol bloem+winkel=bloemenwinkel

deur+mat=deurmat deur+bel=deurbel

jongen+fiets=jongenfiets jongen+kamer=jongenskamer

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Selecteer de het woord dat bij deze regel hoort.

Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en, dan schrijf je -en tussen de twee delen van de samenstelling.

garagebox

groentesoep

druivensap

zegelring

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Kies het goede voorbeeld bij de regel.

Je schrijft geen -en bij een versteende samenstelling.

stekeblind

hellevuur

dageraad

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Kies het goede voorbeeld bij de regel.

Je schrijft geen -en als het eerste deel verwijst naar iets of iemand waarvan er maar één is.

stekeblind

hellevuur

dageraad

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Kies het goede voorbeeld.

Je schrijft geen -en als het eerste deel het tweede deel versterkt.

stekeblind

hellevuur

dageraad

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

Already have an account?