Grammatica blok 4

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Wij eten iedere dinsdag een lekkere zak patat.

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Vallen volgende week de uren Nederlands uit?

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Mijn moeder luistert de hele dag het nieuwe liedje.

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Dinsdagmiddag moeten de leerlingen hun werkboeken inleveren.

Bij welke werkwoorden gebruik je een meewerkend voorwerp?

• bij werkwoorden waarbij iemand een ander ergens mee helpt

• bij werkwoorden waarbij iemand een ander instructies geeft

• bij werkwoorden waarbij iemand iets aan iemand geeft/vertelt

• bij werkwoorden waarbij iemand met een ander aan het werk is

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

De matrozen lieten de kapitein de haaien zien.

• De matrozen

• lieten zien

• de kapitein

• de haaien

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

De journalist stelde aan zijn cameraman snel een paar vragen.

• De journalist

• stelde

• aan zijn cameraman

• een paar vragen

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

De cameraman gaf zijn kinderen voor zijn vertrek snel een kus.

• De cameraman

• gaf

• zijn kinderen

• snel een kus

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Een medewerker mailde een journalist het nieuws over de haaien.

• Een medewerker

• mailde

• een journalist

• het nieuws over de haaien

Waar of niet waar?

Sommige zinsdelen geven bijvoorbeeld aan waar, wanneer en/of waarom iets gebeurt. Je noemt zo’n zinsdeel een bijwoordelijke bepaling (bwb).

• waar

• niet waar