H3 instap persoonsvorm

H3 instap persoonsvorm

3rd Grade

7 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Startquizzzz

Startquizzzz

3rd Grade

10 Qs

Grammatica bijzinnen herkennen

Grammatica bijzinnen herkennen

2nd - 3rd Grade

10 Qs

Techniek les 1

Techniek les 1

3rd Grade

10 Qs

3Ath. Chapitre 3 - Bron F

3Ath. Chapitre 3 - Bron F

3rd Grade

11 Qs

Woordsoorten

Woordsoorten

1st - 10th Grade

10 Qs

LV en MV

LV en MV

1st - 3rd Grade

10 Qs

Spellingstest adhv de spellingsonderlegger.

Spellingstest adhv de spellingsonderlegger.

1st - 12th Grade

10 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

H3 instap persoonsvorm

H3 instap persoonsvorm

Assessment

Quiz

World Languages

3rd Grade

Hard

Created by

Mathijs Groot

Used 1+ times

FREE Resource

7 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE SELECT QUESTION

1 min • 1 pt

Op welke manier(en) vind je de persoonsvorm(en) in zinnen?

Het onderwerp van enkelvoud naar meervoud veranderen, of andersom

De werkwoorden veranderen voor het woord 'boom'

De tijd van tegenwoordig naar verleden veranderen, of andersom

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke uitspraken over de pv kloppen?

De pv is een werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp van een zin.

Er bestaat een onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden

Een zin heeft nooit meer dan één pv

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is de pv: Wat is jouw naam?

Wat

is

jouw

naam

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Waar of niet waar: de persoonsvorm is altijd een werkwoord

Waar

Niet waar

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Gisteren (bluffen) Merel zich door het mondeling.

Heleen: "Ik gebruik hier 't ex-kofschip. De juiste spelling is 'blufte'."

Jens: "In de verleden tijd moet je altijd -de achter het woord plakken, dus 'blufde' is juist."

Heleen heeft gelijk

Jens heeft gelijk

Beiden hebben gelijk

Beiden hebben ongelijk

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het nieuwtje (verspreiden) zich snel door de school.

verspreit

verspreid

verspreidt

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Gisteren (voelen) nog echt als vakantie.

voelt

voeldde

voelden

voelde