Spelling 1-3 T3

Spelling 1-3 T3

Assessment

Quiz

Created by

Kirsten Klerks

Other

KG

4 plays

Hard

Student preview

quiz-placeholder

27 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes?

Veel wegen zijn (verbeteren) na de Tweede Wereldoorlog.

verbetert

verbeterd

verbeterde

geverbetert

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes?

In de prehistorie (kleden) mensen zich in warme dierenhuiden.

kleedden

kleden

kleeden

kleedt

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes?

Ik (vinden) die gele kaart nu toch wel terecht.

vindt

vond

vind

vondt

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoorden tussen haakjes?

Nadat we hadden (zwemmen), (lusten) we wel een paar pannenkoeken.

gezwommen, lusten

gezwommen, lustten

zwemmen, lusten

zwemmen, lustten

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoorden tussen haakjes?

Als jij geld hebt (verdienen), (besteden) jij dat dan allemaal aan kleding?

verdient, besteed

verdient, besteedt

verdiend, besteed

verdiend, besteedt

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoorden tussen haakjes?

De koper heeft Truus (beloven) dat hij later de verzendkosten (vergoeden).

beloofd, vergoed

beloofd, vergoedt

belooft, vergoed

belooft, vergoedt

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste spelling van het werkwoorden tussen haakjes?

Gisteren (verwachten) de weerman veel regen, terwijl hij op dit moment juist zon (voorspellen).

verwachte, voorspeld

verwachte, voorspelt

verwachtte, voorspeld

verwachtte, voorspelt

Explore all questions with a free account

or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?