Oefening Er - De Finale 46 - bladzijde 277

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

1. Hebt u veel verstand van computers?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

2. Hoeveel glazen water drinkt u per week?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

3. Wat kun je in de bibliotheek doen?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

4. Staat er een airco in uw woonkamer?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

5. Weet u iets van het Nederlandse koningshuis?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

6. Wordt er bij u thuis Nederlands gesproken?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

7. Bent u wel eens in Brazilië geweest?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

8. Hoeveel Nederlandse boeken hebt u?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

9. Hoelang hebt u in uw geboorteplaats gewoond?

Beantwoord de vragen. Gebruik er of daar in je antwoord.

10. Bent u geïnteresseerd in de Nederlandse politiek?