werkwoordspelling -d, -dt, -de(n), dde(n), -te(n), -tte(n)

werkwoordspelling -d, -dt, -de(n), dde(n), -te(n), -tte(n)

7th Grade - University

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

7th - 9th Grade

13 Qs

werkwoordspelling - regels en oefenen t.t.

werkwoordspelling - regels en oefenen t.t.

7th Grade

12 Qs

Herhaling klas 2 Grieks

Herhaling klas 2 Grieks

KG - 10th Grade

10 Qs

werkwoordspelling 1hv

werkwoordspelling 1hv

10th Grade

17 Qs

Avoir - être - aller.

Avoir - être - aller.

8th Grade

11 Qs

Hoofdletters

Hoofdletters

10th Grade

15 Qs

Voorbereiding op de dativus

Voorbereiding op de dativus

7th Grade

10 Qs

Frans Jaar 3 Hoofdstuk 3/4

Frans Jaar 3 Hoofdstuk 3/4

KG - University

10 Qs

werkwoordspelling -d, -dt, -de(n), dde(n), -te(n), -tte(n)

werkwoordspelling -d, -dt, -de(n), dde(n), -te(n), -tte(n)

Assessment

Quiz

World Languages

7th Grade - University

Hard

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 17+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoegingen zijn goed?

Zodra de dokter (worden) (informeren) over de patiënt. (spoeden) zij zich naar de Eerste Hulp.

worden

informeerde

spoet

wordt

geïnformeerd

spoedt

word

informeerd

spoed

wordt

informeerd

spoedt

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoegingen zijn goed?

Omdat Bas met vrienden (hebben) (afspreken), (afronden) hij snel zijn huiswerk __.

hebt

afspreekt

afrondt

hebt

afgesproken

rondt af

heeft

afgesproken

rondt af

heeft

spreekt af

rond af

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoegingen zijn goed?

In de toekomst (uitzenden) dit bureau alleen (diplomeren) personeel __.

uitzend

diplomerend

zend

gediplomeerd

uit

zendt

gediplomeerd

uit

uitzendt

diploma

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoegingen zijn goed?

(Vinden) je het jammer dat Rutte (aftreden)?

vind

aftreedt

vindt

aftreed

vind

aftreed

vindt

aftreedt

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoeging klopt?

Die bekende persoon (afschudden) de pers handig __.

schudt af

afschud

afschudt

schud af

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke vervoegingen zijn goed?

(Leiden) deze weg naar Wassenaar of (bevinden) ik me straks in Voorschoten?

Leidde

bevind

Leiden

bevindt

Leidt

bevind

Leid

bevindt

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

De stam van een werkwoord is:

is synoniem aan de ik-vorm.

het werkwoord -en behalve als er een dubbele medeklinker staat.

het werkwoord +en.

het hele werkwoord -en.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?