voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden

voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden

6th - 8th Grade

12 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Voltooid deelwoord 5.2

Voltooid deelwoord 5.2

7th - 8th Grade

10 Qs

Het lichaam - thema 2

Het lichaam - thema 2

1st - 12th Grade

16 Qs

Nieuwsbegrip: Mummies van dieren gevonden

Nieuwsbegrip: Mummies van dieren gevonden

7th Grade

11 Qs

Huiswerk: Nederlands 20 oktober, 2020

Huiswerk: Nederlands 20 oktober, 2020

6th Grade

10 Qs

SWOT-analyse

SWOT-analyse

1st - 10th Grade

11 Qs

Woordenschat toets NODZ M1L11

Woordenschat toets NODZ M1L11

6th Grade

10 Qs

Wat weet jij van het schoolvak Nederlands?

Wat weet jij van het schoolvak Nederlands?

1st - 10th Grade

15 Qs

Nederlands 1

Nederlands 1

6th - 12th Grade

16 Qs

voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden

voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden

Assessment

Quiz

Other

6th - 8th Grade

Medium

Created by

Dionne Bruijn

Used 2+ times

FREE Resource

12 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voorzetsel/de voorzetsels in de onderstaande zin.

Hij speelde de eerste wedstrijd in aanwezigheid van zijn hele familie.

eerste, in, van

eerste, hele

in, van

eerste, in, van, hele

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voorzetsel/de voorzetsels in de onderstaande zin.

Ik ga met de trein naar mijn werk.

met, naar

naar

met, naar, mijn

met, mijn

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voorzetsel/de voorzetsels in de onderstaande zin.

De inbreker stond achter de deur.

achter

deze zin bevat geen voorzetsel

de, de

stond

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voorzetsel/de voorzetsels in de onderstaande zin.

De meisjes kijken elkaar aan.

de

elkaar

aan

deze zin bevat geen voorzetsel

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voornaamwoord/de voornaamwoorden in de onderstaande zin.

Ik heb je gemist.

ik

je

ik, je

ik, heb, je

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voornaamwoord/de voornaamwoorden in de onderstaande zin.

Jenna vlecht Demi haar haar in.

haar, haar

haar

haar, haar, in

haar, in

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voornaamwoord/de voornaamwoorden in de onderstaande zin.

Heb je je schoolspullen in je tas gestopt?

je, je

je

je, je, je

je, in

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?