Modale werkwoorden Duits

Modale werkwoorden Duits

1st - 3rd Grade

16 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Übungsprüfung Thema 2

Übungsprüfung Thema 2

2nd Grade

15 Qs

D5L1 - Letterlijk en figuurlijk taalgebruik - Heb je 't beet

D5L1 - Letterlijk en figuurlijk taalgebruik - Heb je 't beet

1st Grade

15 Qs

Wiederholung Klasse 7

Wiederholung Klasse 7

2nd Grade

20 Qs

Wohnen und Zimmer

Wohnen und Zimmer

1st - 3rd Grade

20 Qs

Over Taal blok 2 & 3

Over Taal blok 2 & 3

1st Grade

20 Qs

7G-Genau Thema 3 - verbs for sports and hobbies

7G-Genau Thema 3 - verbs for sports and hobbies

KG - 9th Grade

15 Qs

herhalingstest spelling 1-3 TH2

herhalingstest spelling 1-3 TH2

2nd Grade

20 Qs

Kapitel 6 A1

Kapitel 6 A1

2nd Grade

19 Qs

Modale werkwoorden Duits

Modale werkwoorden Duits

Assessment

Quiz

World Languages

1st - 3rd Grade

Hard

Created by

Robin Razi

Used 26+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

16 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk werkwoord betekent mogen in de zin van toestemming?

dürfen

mögen

können

möchten

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk werkwoord gebruik je om iets te bestellen op een terras of restaurant?

dürfen

können

möchten

mögen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bij de modale werkwoorden........

veranderen alle vormen

veranderen alleen de meervoudsvormen

veranderen alleen de enkelvoudsvormen

verandert geen enkele vorm

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bij 'ich' en 'er, sie, es' krijgen we.......

geen klankverandering en de normale uitgangen van 'feesttenten'

helemaal geen uitgang en een vaak een klankverandering

vaak een klankverandering maar verder de uitgangen volgens 'feesttenten'

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Als je een persoon mag of aardig vindt gebruik je het werkwoord

möchten

dürfen

mögen

können

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De modale werkwoorden zijn.....

zwakke werkwoorden

sterke werkwoorden

regelmatige werkwoorden

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vertaal naar het Duits: U lust

sie mag

Sie lüsten

du magst

Sie mögen

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?