Paragraaf 7.2 havo 4

Paragraaf 7.2 havo 4

11th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Interbellum H3 par 4 WOII par 1

Interbellum H3 par 4 WOII par 1

11th Grade

10 Qs

D-Toets par 5 "Vorsten in Europa"

D-Toets par 5 "Vorsten in Europa"

KG - University

8 Qs

Tijdvak 6 par 3 + Tijdvak 7 par 1

Tijdvak 6 par 3 + Tijdvak 7 par 1

11th Grade

11 Qs

3V H4P1 'Bondgenoten tegenover elkaar'

3V H4P1 'Bondgenoten tegenover elkaar'

KG - University

13 Qs

Kenmerkende aspecten tijdvak 3

Kenmerkende aspecten tijdvak 3

11th Grade

10 Qs

Quizvragen bij video tijdvak 7

Quizvragen bij video tijdvak 7

11th Grade

10 Qs

Hippocrates

Hippocrates

11th Grade

11 Qs

Quizvragen bij video tijdvak 6

Quizvragen bij video tijdvak 6

11th Grade

10 Qs

Paragraaf 7.2 havo 4

Paragraaf 7.2 havo 4

Assessment

Quiz

History

11th Grade

Hard

Created by

René Beishuizen

Used 4+ times

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat werd er bedoeld met de term 'ancien régime'?

De tijd voor de democratische revolutie

De tijd van regenten en vorsten

De tijd van burgers en stoommachines

De tijd van de republiek der Verenigde Nederlanden

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk voorrecht had de adel en geestelijkheid?

Ze mochten meebeslissen met de koning

Ze mochten alleen handel drijven

Ze hoefden geen belasting te betalen

Ze hoefden geen handel te drijven

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat wordt bedoeld met de bourgeoisie?

Het deel van de adel dat rijk was geworden

Het deel van de burgers dat rijk was geworden

Het deel van de burgers dat nijverheid bedreef

Het deel van de adel dat invloed had op de politiek

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat was in de Republiek een klacht tegen de regenten?

De regenten hadden alle macht in handen

De regenten profiteerden van de bloeiende economie

De regenten hadden invloed op de kerk

De regenten profiteerden van de staatsleningen

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waarom ging de positie van de stadhouder steeds meer lijken op die van een koning?

De stadhouder was een goede bestuurder

De titel van stadhouder was erfelijk

De stadhouder had dezelfde macht als een koning

De stadhouder was een zwakke bestuurder

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke maatregel van Frederik de Grote is niet typisch voor een verlicht vorst?

Hij stond godsdienst- en persvrijheid toe

Hij controleerde de benoeming van ambtenaren

Hij verbood martelen

Hij introduceerde nieuwe gewassen

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waarom is de uitspraak 'eerste dienaar van de staat' typisch voor het verlicht absolutisme?

Dit laat zien dat een vorst ook ten dienste staat van het welzijn van de staat

Dit laat zien dat de vorst alle macht in handen heeft

Dit laat zien dat een vorst een voorstander is van de verlichting

Dit laat zien dat een vorst staatsvorming erg belangrijk vindt

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waarom schafte Frederik de Grote de lijfeigenschap niet af?

Hij was als verlicht vorst voorstander van lijfeigenschap

Hij had de steun van de Junker nodig in tijden van oorlog

Hij was als verlicht vorst voor het handhaven van de standen samenleving

Hij had de steun van de boeren nodig in tijden van oorlog