Er/daar/hier plus prepositie WO-1

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

1. Heb je al gezocht ... een onderwerp voor je presentatie?

Nee, ik ga ... morgen ... beginnen

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

2. Wat blijkt ... dat onderzoek?

... wil ik nu niet ingaan.

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

3. Hebben veel mensen .. hem gestemd?

.... lijkt het wel ....

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

4. Voldoet de nieuwe directeur .... jullie verwachtingen?

Dat weten we nog niet, maar we hopen .... natuurlijk wel ....

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

5. Stoppen jullie ... dit project?

Nee, we willen ... nog een paar jaar ... doorgaan.

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

6. Wat een prachtig uitzicht! Het herinnert ... het uitzicht dat ik vroeger vanuit het huis van mijn ouders had.

.... genoot ik ook altijd zo ......

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

7. Weet je al of je wel of niet .... dat congres gaat?

Nog niet, .... beslissen we deze week ....

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

8. Heb je iets over dat plan .. haar gezegd?

Nee, echt niet, ik heb ... absoluut .... gezwegen.

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

9. Zijn jullie al toegekomen ... het schrijven van dat verslag?

Wij wachten ... namelijk .....

Heb je gelachen ..om.. dat filmpje?

Ja, ik heb er/daar erg van genoten.

10. Heb je al een thema voor je project?

Nee, .... moet ik nog .... beginnen.