Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1st - 10th Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Voorzetsel

Voorzetsel

1st Grade

15 Qs

Zinsontleding oefening gevorderde

Zinsontleding oefening gevorderde

3rd Grade

10 Qs

2F Spelling - november week 1

2F Spelling - november week 1

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling januari - week 4

2F Spelling januari - week 4

KG - University

10 Qs

Taal Groep 6 Thema 3  Andere-klankwerkwoorden

Taal Groep 6 Thema 3 Andere-klankwerkwoorden

4th Grade

10 Qs

Wie-deel + werkwoord

Wie-deel + werkwoord

5th Grade

10 Qs

Brandevacuatie Colruyt

Brandevacuatie Colruyt

2nd Grade

6 Qs

Om te + hele werkwoord

Om te + hele werkwoord

1st Grade

12 Qs

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Assessment

Quiz

Other

1st - 10th Grade

Easy

Created by

Pleun Kemner

Used 30+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Hij ..... veel geld aan kleren. (Besteden)

2.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Wij .... naar de supermarkt. (Lopen)

3.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Ik .... een brief van de overheid. (Ontvangen)

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Zij ... naar de supermarkt. (Rijden)

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Ik ... op mijn nieuwe stoel. (Wiebelen)

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Wij .... veel vissen vandaag. (Vangen)

7.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Ik .... bang voor haaien. (zijn)

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?