Paragraaf 2.1 check 4 HAVO

Wanneer begint het tijdvak van Grieken en Romeinen?

• 3000 v.C.

• 500 v.C.

• 500 na Christus

• 30000 v.c.

Welk kenmerkend aspect past het beste bij deze afbeelding?

• Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

• Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

• Opkomst van de landbouw en landbouwstedelijke samenlevingen

• De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Wat is de beste definitie van het begrip: 'kolonie'

• Een plek waar men zich vestigt

• Een plek die wordt overgenomen

• Een plek waar geld te verdienen is

• Een plek waar een bevolkingsgroep wordt onderdrukt

Noem een voorbeeld van een Klassieke beschaving

Bestuur door één persoon, die onwettig aan de macht is gekomen.

• Aristocratie

• Tirannie

• Democratie

• Oligarchie

Bestuur door weinigen - vaak door rijken.

• Oligarchie

• Aristocratie

• Tirannie

• Democratie

Bestuur door het volk

• Tirannie

• Oligarchie

• Democratie

• Aristocratie

Bij een directie democratie stemt het volk direct op een volksvertegenwoordiging

• Waar

• Niet waar

Rationeel denken is...

• Op basis van de overheid denken

• Op basis van boeken denken

• Met het verstand denken

• Op basis van ervaringen denken

Teken het begrip aristocratie