Met jodium toon je ... aan

• amylase

• zetmeel

• glucose

• speeksel

Amylase is een

• indicator

• suiker

• enzym

Als amylase in een heel zure omgeving komt dan

• gaat het enzym amylase kapot

• kan het enzym amylase goed werken

• kan het bacteriën doden

• kun je zetmeel aantonen

Het optimum (hier werk het enzym optimaal) van enzym 2 is bij hoeveel graden celcius?

• 12

• 37

• 48

• 20

Enzymen zorgen ervoor dat.....

• De verteringsreactie wordt versneld
• De voedingstoffen door het verteringsstelsel worden geduwd
• Vet met water kan mengen
• Bacteriën worden gedood

Welk van de onderstaande sappen bevatten enzymen

• Alvleessap en speeksel
• Alvleessap en maagzuur
• Gal en maagzuur
• Gal en speeksel

Dit sap zorgt ervoor dat vet en water kunnen mengen.

• Alvleessap
• Gal
• Maagsap
• Speeksel

Marieke heeft 3 reageerbuizen met speeksel (met daarin speekselenzymen).

Aan elke reageerbuis wordt zetmeel toegevoegd. Zetmeel kan aangetoond worden met de stof jodium. Jodium is van zichzelf geel maar komt het in contact met zetmeel dan wordt het blauwzwart.

buis 1 = verhitten, buis 2 = koelen en buis 3 = 37 graden celcius.

Nu brengt ze alle buizen op 37 graden en voegt aan alle buizen een druppel jodium toe.

Welke buis of welke buizen zullen blauwzwart worden?

• buis 1

• buis 2

• buis 3

• buis 1 en 2

In verteringssappen zitten enzymen. Een enzym is een stof die helpt met het omzetten van de ene stof in een andere stof. Het enzym zelf verandert niet. Er zijn heel veel verschillende enzymen. Bij de werking van enzymen wordt vaak de term: "sleutel-slot-principe" gebruikt. Wat wordt er bedoeld met deze term?

• Dat een enzym elke stof kan omzetten.

• Dat een bepaald soort enzym altijd helpt bij dezelfde omzetting.

• Dat elk enzym overal makkelijk bij kan en zijn werk kan doen.

• Dat een enzym niet verandert bij de omzetting van stoffen.

Het oppervlak van de dunne darmwand is heel groot door plooien en darmvlokken. Wat is daarvan het voordeel?

• Er kunnen meer verteringssappen geproduceerd worden.

• De enzymen uit de verteringssappen kunnen langer op het voedsel inwerken.

• Er kunnen meer voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen.

• De voedselbrij kan sneller naar de dikke darm verplaatst worden.