Ecologie M4

In de afbeelding laten de pijlen zien hoe de energie wordt doorgegeven.

Welke pijl stelt de grootste hoeveelheid energie voor die wordt doorgegeven?

• Pijl 1

• Pijl 2

• Pijl 3

• Pijl 4

• Pijl 5

Welke organismen vormen altijd de eerste schakel van een voedselketen?

• Producenten

• Consumenten

• Reducenten

In de afbeelding zijn enkele voedselrelaties weergegeven in een zoetwaterplas. De schakels 1, 2 en 3 zijn nog niet ingevuld. In de afbeelding ontbreken plantaardig plankton, een snoek (roofvis) en een waterkever (roofinsect).

Welk organisme hoort op plek 1?

• Plankton

• Zoet waterkever

• Snoek

In de afbeelding is een piramide van biomassa getekend van de voedselketen:

gras --> sprinkhaan --> spitsmuis

Welke van de volgende beweringen is juist?

• Uit 1 kg biomassa in grasplanten wordt 22 kg biomassa in sprinkhanen gevormd

• Uit 1 kg biomassa in grasplanten wordt uiteindelijk 85 kg biomassa in spitsmuizen gevormd.

• Uit 22 kg biomassa in grasplanten wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd

• Uit 22 kg biomassa in sprinkhanen wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd.

In de afbeelding laten de pijlen zien hoe de energie wordt doorgegeven.

Welke pijlen geven energie weer die bij de verbranding wordt vrijgemaakt?

• Pijl 2 en 6

• Pijl 3 en 5

• Pijl 1,4 en 6

• Pijl 2,4 en 5

In de afbeelding is de koolstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zeven pijlen zijn genummerd.

Welk vak geeft de organische stoffen in reducenten weer?

• Vak 1

• Vak 2

• Vak 3

In de afbeelding is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd. (Lupine is een plant)

Welk vak geeft bacteriën in wortelknolletjes weer?

• vak 1

• vak 2

• vak 3

In de afbeelding is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd. (Lupine is een plant)

Bij pijl 6 worden plantaardige eiwitten omgezet in dierlijke eiwitten. Welk begrip moet in vak 2 worden geplaatst?

• Producenten

• Consumenten

• Reducenten

Alle zangvogels in Nederland noem je een populatie.

• waar

• Nietwaar

Alle organismen in een bos vormen samen een ecosysteem.

• Waar

• Niet waar