Begrippen hoofdstuk 2 , deel 1 - havo 5

Vul de ontbrekende woord in.

Aardbeving = de kortdurende ​.....?.... in de aardkorst die ontstaan als gevolg

van de ontlading van in de aardkorst opgebouwde spanningen.

Vul de ontbrekende woord in.

Aardkern = Het binnenste deel van de aarde waar ...?... ontstaat.

Vul de ontbrekende woord in.

Aardmantel = Het deel van de aarde waar de ...?... op drijft.

Vul de ontbrekende woord in.

Aardplaten = Delen van de aardkorst die als geheel ...?... ten opzichte van andere platen.

Vul de ontbrekende woord in.

Basalt = Stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in de ...?... voor komen.

Vul de ontbrekende woord in.

Breuken = Gesteente dat onder invloed van rek of ...?... in de aardkorst breekt.

Vul de ontbrekende woord in.

Aardverschuiving = Los ...?... op hellingen dat in beweging komt.

Vul de ontbrekende woord in.

Caldera = Een grote cirkelvormige krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ..?... na het snel leeglopen van de magmakamer. Soms ontstaat hierin een kratermeer.

Vul de ontbrekende woord in.

Caldera = Een grote ...?... krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ingestort na het snel leeglopen van de magmakamer. Soms ontstaat hierin een kratermeer.

Vul de ontbrekende woord in.

Chemische verwering = Het ...?... van gesteente door de inwerking van water, zuren en zuurstof. Vooral kalksteen is hier gevoelig voor.