Examenvragen Zenuwstelsel

Welke bewering over het verschil tussen neurotransmitters en hormonen is als enige JUIST?

• Respons: bij neurotransmitters langzaam en langdurend / bij hormonen snel en kortdurend

• Secretie: bij neurotransmitters via buisloze klieren / bij hormonen in synapsen

• Transport: bij neurotransmitters diffusie over korte afstand / bij hormonen door de bloedbaan

Kies uit:

• A

• B

• C

• D

Welke afbeelding geeft de Na+/K=-ratio het beste weer?

• 1

• 2

• 3

• 4

Kies uit A, B of C:

• A

• B

• C

In welke van de aangegeven synapsen wordt bij de peessensorreflex een exciterende neurotransmitter afgegeven?

• 4

• 5

• 6

• 7

Welke spier trekt zich samen als het gevolg van de spierspoelreflex?

• Buigspier

• Strekspier

• Kuitspier

Kies uit A, B of C

• A

• B

• C

Welke bewering over het verschil tussen [1] steroïdhormonen en [2] niet-steroïdhormonen (= peptiden en aminen) is als enige 100% JUIST?

• [1]: activeren genen / [2]: de-activeren genen

• [1]: geproduceerd door klieren / [2]: geproduceerd door zenuwcellen

• [1]: zijn lipiden / [2]: bevatten een of meer aminozuren

• [1]: kunnen niet door celmembraan / [2]: kunnen wel door celmembraan

Het belangrijkste trope effect van groeihormoon is dat het de _______________ het signaal geeft om ____________ in de bloedbaan te brengen

• schildklier / schildklierhormoon (T₃ en T₄)

• pancreas / glucagon

• lever / insulin-like growth factors

• hypothalamus / Thyroid-Releasing Hormone (TRH)

Welke fase van de impulsgeleiding zie je op de linkerafbeelding?

• rustfase

• actiefase

• herstelfase