TH7L3 - Verwijswoorden

Is het volgende woord een de-woord of een het-woord?

middel

• de-woord

• het-woord

Is het volgende woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

middel

• mannelijk

• vrouwelijk

• onzijdig

Vervang het onderstreepte woord met het correcte verwijswoord.

Kies uit hij, zij of het.

Het middel werkt heel goed.

Is het volgende woord een de-woord of een het-woord?

borstel

• de-woord

• het-woord

Is het volgende woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

borstel

• mannelijk

• vrouwelijk

• onzijdig

Vervang het onderstreepte woord met het correcte verwijswoord.

Kies uit hij, zij of het.

De borstel is nieuw.

Is het volgende woord een de-woord of een het-woord?

pannenkoek

• de-woord

• het-woord

Is het volgende woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

pannenkoek

• mannelijk

• vrouwelijk

• onzijdig

Vervang het onderstreepte woord met het correcte verwijswoord.

Kies uit hij, zij of het.

De pannenkoek was heerlijk.

Is het volgende woord een de-woord of een het-woord?

verkeer

• de-woord

• het-woord