vwo 4 check de voorkennis bs 1 + bs2

Als een organisme geen levensverschijnselen meer vertoond is het levenloos

• juist

• onjuist

Stofwisseling is het omzetten van de ene stof naar een andere stof

• juist

• onjuist

Organismen zijn levende wezens.

• juist

• onjuist

Koolstofdioxide en water zijn voorbeelden van levenloze natuur

• juist

• onjuist

De levensloop van een organisme bestaat uit verschillende stadia/ fases.
Bijvoorbeeld bij de mens: baby, peuter, jongvolwassene, oudere

• juist

• onjuist

Je spreekt van een soort wanneer individuen samen leven in een bepaald gebied

• juist

• onjuist

De levenscyclus van een soort eindigt wanneer het individu sterft

• juist

• onjuist

Het kleinste biologische organisatieniveau (of eenheid) is de cel

• juist

• onjuist

Het grootste biologische organisatieniveau (of eenheid) is de systeem aarde

• juist

• onjuist

Binnen een orgaanstelsel voeren verschillende organen samen een bepaalde functie uit.

• juist

• onjuist