Boek 1VH Ch 1 Bron D lidwoord

le chien -> ..... chiens

• le

• la

• los

• les

.... fille -> la fille

• l'

• une

• le

• un

... mère de Paul s'appelle Carine

• la

• un

• les

• le

l'hôtel -> .... hôtels

de vriend = .... ami

vrai / faux ?

de = le

het = la

• vrai

• faux

Answer explanation

het verschil tussen de/het is anders dan de verschillen in het Frans.

de én het vertaal je met:

le, la, l', les

vrai / faux?

het meervoud van LE = los

het meervoud van LA = las

• vrai

• faux

Answer explanation

le en les hebben allebei LES als meervoud

l' gebruik je bij mannelijke én vrouwelijke woorden met een klinker of stomme h.

• vrai

• faux

de vis = .... poisson

een tent = ... tente