Bij welke ALA hoorde het vak Voorlezen en Vertellen?

• ALA Oriëntatie

• ALA Taalontwikkeling

• ALA Activiteiten organiseren

• ALA Communiceren met kinderen

Welke stelling over voorlezen en vertellen is onjuist?

• Voorlezen en vertellen verhoogt het concentratievermogen van kinderen

• Tijdens het voorlezen en vertellen hoef je geen oogcontact te maken

• De taal- en leesvaardigheid van kinderen wordt vergroot

• Voorlezen en vertellen kan ook een sociale activiteit zijn

Als je gaat voorlezen, moet je een boek kiezen dat aansluit bij de belevingswereld van het kind. Wat betekent 'belevingswereld'?

• De manier waarop het kind de wereld beleeft

• De manier waarop de hoofdpersoon uit het boek avonturen beleeft

• Een volwassene legt de wereld uit aan een kind

• Het boek gaat over andere planeten

In welke boeken vind je veel illustraties?

• Romans

• Autobiografieën

• Poëzie

• Prentenboeken

Bij welke doelgroep past dit boek?

• Alleen kinderen van 0 -1

• Baby's en peuters

• Kinderen vanaf 6 jaar

• Pubers

Bij welke doelgroep past dit boek?

• Baby's

• Peuters

• Kleuters

• Pubers

Bij welke doelgroep past dit boek?

• Baby's

• Kinderen vanaf 3 jaar

• Kleuters

• Schoolkinderen

Er zijn 3 fasen tijdens het uitvoeren van voorlezen. Wat houdt de 'aanloop' in?

• Dit is de fase waarin je het verhaal afrondt en een gesprek gaat voeren met de kinderen.

• Dit is de fase waarin je de kinderen verzamelt en het boekje introduceert

• Dit is de fase waarin je aan het voorlezen bent en vragen stelt

Tijdens het voorlezen en vertellen moet je letten op je 'articulatie', wat betekent dat?

• Je maakt gebruik van verschillende stemmetjes

• Je wisselt het tempo waarop je voorleest af

• Je maakt gebruik van je mimiek

• Je spreekt de woorden en zinnen duidelijk verstaanbaar uit

Tijdens het voorlezen en vertellen moet je letten op je 'intonatie', wat betekent dat?

• Je wisselt het tempo waarop je voorleest af

• Je wisselt de toonhoogtes waarop je voorleest af

• Je maakt gebruik van pauzes tijdens het lezen

• Je spreekt de woorden duidelijk en correct uit