ik vormen en stam

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Mama moppert op mijn rommel.

• moppert
• mopper
• mopperen
• mopperde

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Mama moppert op mijn rommel.

• moppert
• mopper
• mopperen
• mopperde

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Papa begrijpt niets van de puzzel.

• begrijpt
• begrijp
• begrijpen
• begreep

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Ik mag vandaag niet naar judo!

• mag
• mocht
• mogen
• mochten

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Hij danst met een mooi meisje.

• danst
• dans
• dansen

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan het hele werkwoord?
Zij staat boven op het dak.

• staat
• sta
• staan

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan DE STAM?!

(de stam is de ik-vorm van het werkwoord)

Zij staat boven op het dak.

• staat

• sta

• staan

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan DE STAM?! (de ik-vorm)

Ik mag vanavond niet naar judo.

• mocht

• mag

• mogen

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan DE STAM?!

Ik kies de kleur!

• kies

• kiest

• kiezen

• koos

Zoek het werkwoord in de zin. Wat is daarvan DE STAM?!
Papa begrijpt niets van de puzzel.

• begrijp
• begrijpt
• begrijpen
• begreep